[BW41] Periode 3 - Week 2: les over woordenschat

Welkom
Werkvoorbereiders uit BW41!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Werkvoorbereiders uit BW41!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van deze les:
Doelen van deze les benoemen   

Waarom woordenschat?

Klassikaal oefenen met woordenschat   (5 minuten)

Zelfstandig werken aan opdracht    (20+ minuten)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen van deze les:
• Je weet waarom woordenschat belangrijk is. 
• Je oefent met het koppelen van betekenissen aan woorden.


Slide 3 - Slide

Je weet waarom woordenschat belangrijk is (in het leven en carrière). 
Waarom woordenschat
*  Een ruime woordenschat is belangrijk voor alle taalvaardigheden (lezen, luisteren, spreken, schrijven e.d.)
*  Het verkrijgen van nieuwe kennis gaat (steeds) gemakkelijker (meer wereldoriëntatie).

Hoe vergroot je je woordenschat?
* lezen, woordbetekenissen opzoeken,  woordlijstjes maken en leren.

* Waarom besteden wij hier aandacht aan? Het is belangrijk bij het begrijpend (leren) lezen van teksten  ->  examen Lezen en Luisteren. Geen zorgen,  we gaan samen nog veel oefenen.

Slide 4 - Slide

De gemiddelde volwassen Nederlander kent 42.000 woorden.

woordenboek/google

makkelijker op woorden komen tijdens spreken en schrijven. 
We gaan even samen oefenen:
Zometeen zie je acht meerkeuzevragen, waarbij je de juiste betekenis van een dikgedrukt woord moet kiezen. 

Google -->  LessonUp

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


A
lastige vragen
B
mogelijkheden
C
voorwaarden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


A
niet van belang
B
van groot belang
C
onrechtmatig

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


A
afspraken
B
eigenaren
C
verhoudingen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


A
levensherinneringen
B
oproepen
C
vernederingen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


A
hooi op je vork nemen
B
overtuigd zijn van jezelf
C
alles op zijn beloop laten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


A
het opknappen van oude wijken
B
technische en industriële vernieuwing
C
kunst en cultuur

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


A
bundeling van verschillende teksten
B
samenvatting
C
overzicht

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


A
contract
B
verslag
C
voorbehoud

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag 
De opdracht van deze les: koppel de juiste betekenis (letter) aan het juiste woord (cijfer). 

Probeer het (eerst) zonder Google.  Je weet meer dan je denkt!



Vragen?  Stel ze gerust :)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions