Dag 8

• NT2
• ISK

Thema 16 - Geld en werk

DISK 2024

terugkrijgen (ww)

• weer krijgen wat eerder al van jou

was

• scheidbaar werkwoord
• zin: Noah krijgt zijn boek terug van Maria.
• zin: Ik krijg € 2,30 terug van de mevrouw bij de kassa.
  

36

terugkrijgen ww

TT (tegenwoordige tijd)

Ik krijg ... terug

jij krijgt ... terug - Krijg jij ... terug?

hij/zij krijgt ... terug

wij/jullie/zij krijgen ... terug

VT (verleden tijd)

Ik kreeg ......... terug.
Wij kregen ......... terug. 

VTD (voltooid deelwoord)

Ik heb geld teruggekregen.

36

verdienen (ww)

• als loon ontvangen voor het werk dat je doet
• zin: Nick verdient 15 euro met grasmaaien.
• zin: Ik verdien elke maand 500 euro.

37

verdienen ww

TT (tegenwoordige tijd)

ik verdien

jij verdient

zij/hij verdient

wij/jullie/zij verdienen

VT (verleden tijd)

ik verdiende

wij verdienden

VTD (voltooide tijd)

Hij heeft veel geld verdiend.

37

het verschil

• iets wat anders is

• zin: Ik heb een rode broek en een blauwe broek. Zie jij het verschil?
  

38

verschillend

• als iets niet hetzelfde is als iets anders
• tegenstelling: verschil - het zelfde
• zin: Deze poppen hebben een andere kleur, ze zijn dus verschillend.

39

volgens

• zoals iemand het zegt of vindt
• de mening van iemand (mij, hem, haar, ons)

• zin:  Volgens de docent is het antwoord niet goed. Jammer!
  
• zin: Volgens mij moeten we nu naar sport.

40

Thema 16 - Geld en werk

DISK 2022

Ik (terugkrijgen) ... nog steeds geld van jou ...

36

Wat betekent het woord 'verdienen'?

37

Wat is het verschil tussen een appel en een banaan?

38

Maak een zin met het woord "verschillend".

39

Om beter te worden met lezen, moet ik meer lezen ......... de docent.

40