Quiz Woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

QUIZ Woordsoorten

Benoem het woord dat in HOOFDLETTERS staat!

Hoe goed kun je de woordsoorten benoemen? Gaat het je makkelijk af, vind je het lastig? Zo ja, waarom?

De pen zit IN de etui.

1. BW
2. ZWW
3. VZ
4. ZN

Het GROENE bankje staat op het gras.

1. VZ
2. ZN
3. BW
4. BN

VANAVOND ga ik naar de film.

1. BW
2. VZ
3. PSV
4. ZN

Het groene bankje staat OP het gras.

1. VZ
2. OLW
3. BW
4. BLW

HET gele vogeltje vloog door de lucht.

1. VZ
2. BLW
3. OLW
4. Bez.vnw

Hij tekent een BIJZONDER mooie auto.

1. BW
2. BN
3. ZWW
4. ZN

HET regent al de hele dag.

1. LW
2. Aanw.vnw
3. BW
4. Pers.vnw

Het meisje vindt HEM leuk.

1. ZN
2. BN
3. Bezit. vnw
4. Pers.vnw

Dat lieve meisje is van de trap GEVALLEN.

1. HWW
2. KWW
3. ZWW

WAAROM ga jij met haar naar de film?

1. BW
2. BN
3. PSV
4. ZN

Waarom geef JE je mooie sportschoenen aan zo'n naar jongetje?

1. ZN
2. PSV
3. BEZ. VNW
4. BW

Waarom geef je JE mooie sportschoenen aan zo'n naar jongetje?

1. ZN
2. OLW
3. PSV
4. BEZ. VNW

Waarom WORDT jouw zus zo verwend door jullie oma?

1. KWW
2. HWW
3. ZWW

Vioolspelen BLEEK voor mijn hyperactieve broertje een prima uitlaatklep.

1. ZN
2. BW
3. KWW
4. ZWW

Vioolspelen bleek voor MIJN hyperactieve broertje een prima uitlaatklep.

1. ZN
2. BN
3. BEZ. VNW
4. BW

Vioolspelen bleek voor mijn hyperactieve broertje een PRIMA uitlaatklep.

1. ZN
2. BN
3. VZ
4. BW

WIE van die jongens ZAL straks jullie klassenvertegenwoordiger WORDEN?

1. HWW + ZWW
2. HWW + KWW
3. ZWW + KWW

Wie van die jongens zal STRAKS jullie klassenvertegenwoordiger worden?

1. BEZ. VNW
2. BLW
3. BW
4. VZ

Wie van die jongens zal STRAKS jullie klassenvertegenwoordiger worden?

1. BN
2. VZ
3. ZN
4. BW

Het JONGETJE HIELP zijn moeder.

De politieagent HEEFT de man een bekeuring GEGEVEN.

WE moeten elkaar helpen in deze TIJD.

Dat is NU al de zoveelste keer dat je LAAT bent.

Niemand kan beter JOU zijn dan jij.

Het vierde kindje is EEN MEISJE.

De OUDE dames WASSEN zich BIJ de twee wastafels.

Veel mensen zien het nut IN van de lockdown en gaan zich eraan houden.

Hoe goed beheers jij het benoemen van de woordsoorten? Geef jezelf een cijfer op een schaal van 1 - 10.

Indien nodig, wat zou je kunnen doen om jezelf te verbeteren?