B2k d-toets Duits

diagnostische toets voor toetsweek
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

diagnostische toets voor toetsweek

Slide 1 - Slide

Wat is de vertaling van "ich bin"?
A
ich habe
B
ik ben
C
ik heb
D
ihr ben

Slide 2 - Quiz

Wat is de vertaling van "wij hebben"?
A
wir habe
B
wir sind
C
wir haben
D
wir sein

Slide 3 - Quiz

Welke combinatie van persoonlijk voornaamwoord en persoonsvorm is goed?
A
jij hebt
B
du hast
C
du bist
D
jij bent

Slide 4 - Quiz

Is deze zin foutloos? Welke vertaling is goed?
Er ist ein Schwein.
A
ja
B
nee
C
Het is een varken.
D
Hij is een varken.

Slide 5 - Quiz

Sleep de 4 teksten naar de juiste vertaling!
du bist
sie ist
wir sind
Sie sind
ihr seid
jij bent
jullie zijn
U bent
zij is

Slide 6 - Drag question

Lees deze zin: "Geld abheben bei einer anderen Bank ist nicht gratis"
Gis naar de mogelijke vertaling van "abheben".
A
uitgeven
B
opstijgen
C
opnemen

Slide 7 - Quiz

Lees deze zin: "Sie zeigen, welche Klamotten sie in einer Boutique gekauft haben."
Gis naar de mogelijke vertaling van "Klamotten".
A
Onzin
B
Filme
C
Kleidungsstücke
D
Chips

Slide 8 - Quiz

Welke sind is goed?
A
Wir haben gut in Sport.
B
Wir sind gut in Sport

Slide 9 - Quiz

Schrijf het volledige rijtje van het werkwoord "zijn" in het Duits op!

Slide 10 - Open question

(hebben of zijn) Schrijf het woord op dat op de puntjes hoort!
Ich ..... 2 Schwestern.

Slide 11 - Open question

(hebben of zijn) Schrijf het woord op dat op de puntjes hoort!
Wie alt ..... du?

Slide 12 - Open question

(hebben of zijn) Schrijf het woord op dat op de puntjes hoort!
Er ..... Geld gefunden.

Slide 13 - Open question

(hebben of zijn) Schrijf het woord op dat op de puntjes hoort!
..... ihr morgen in der Schule?

Slide 14 - Open question

Welke vertaling van "Ohren" in de volgende zin is waarschijnlijk?
"Enten haben keine Ohren"
A
ogen
B
oren
C
of

Slide 15 - Quiz

Welke "stammen" zijn juist gevormd?
A
machen - mach
B
kommen - kom
C
rudern - ruder
D
schreiben - schreibt

Slide 16 - Quiz

Sleep de 4 teksten naar de juiste vertaling!
jullie hebben
Sie haben
wij hebben
jij hebt
es hat
ihr habt
es hat
het heeft
U heeft

Slide 17 - Drag question

IDEWIS & feESTTENTEN
Welke combinaties zijn goed?
A
ich schwimmst
B
du schwimmst
C
er schwimmt
D
er schwimmen

Slide 18 - Quiz

IDEWIS & feESTTENTEN
Welke combinatie is goed?
A
wir spielt
B
ihr spielen
C
sie spielst
D
sie spielen

Slide 19 - Quiz

Gis naar de betekenis van het woord "Müll"!

Wij trennen Müll nach Plastik, Papier, Glas, Restmüll.
A
grondstoffen
B
afval
C
vuilnis

Slide 20 - Quiz

IDEWIS & feESTTENTEN
Wat moet op de puntjes komen?
Die Klasse ..... Fussball.
A
spielen
B
spielt
C
spiele
D
spielst

Slide 21 - Quiz

Steek je vinger op! Sluit deze les! 
Maak de 2 oefenblaadjes!

Slide 22 - Slide

IDEWIS & feESTTENTEN
Welke combinatie is goed?
A
wir spielt
B
ihr spielen
C
sie spielst
D
sie spielen

Slide 23 - Quiz

Korte ontspanning

Je blijft op je plaats zitten.
Je mag op je laptop.  
Het geluid staat uit.
Je praat alleen met je buurman/vrouw heel zachtjes.
timer
10:00

Slide 24 - Slide