V2 introductie 2023-2024

C'est la rentrée!
Bonjour et
bienvenue!

1 / 43
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

C'est la rentrée!
Bonjour et
bienvenue!

Slide 1 - Slide

Programme
Qu'est-ce qu'on va faire? (wat gaan we doen?)

- je me présente
- la présence (aanwezigheid)
- petit quiz
 

Slide 2 - Slide

Les buts

  • Ik weet wie de docent is en begrijp de opzet van de lessen
  • Ik ken de basis van de brugklas

Slide 3 - Slide

Je me présente 

Je m'appelle madame Dijkman. Je suis votre professeur de français. 
J'habite à Hank (Brabant). 

Slide 4 - Slide

Ma famille
J'habite avec mon copain Marc. Nous avons une fille, elle s'appelle Fien, elle a 3 ans. 
En février 2024, on va avoir un deuxième enfant. 

Slide 5 - Slide

Schoolspullen
Faire l'appel (de aanwezigheid registreren)
Présent
Présente
Il/elle est absent(e)

Slide 6 - Slide

Wat ik van jullie verwacht
  • Nieuwsgierigheid & willen ontdekken
  • Fouten durven maken en ervan leren
  • Op tijd in de les
  • Spullen in orde (boek + schrift + pen + iPad), maar ook huiswerk.
  • Telefoon is thuis of in je kluis
  • Respect naar elkaar (luisteren als de ander aan het woord is) en hand opsteken als je iets wilt zeggen

Slide 7 - Slide

Parler français pendant le cours
Voici deux nouvelles phrases pour communiquer en classe!

 Écrivez dans votre cahier:
- Vous avez déjà corrigé l'intérro?
- Je n'ai plus de papier


Slide 8 - Slide

Je bent zelfstandig aan het werk en je weet niet wat je moet doen bij exercice 3. Je vraagt om hulp.
A
Je ne comprends pas.
B
J'ai une question.
C
Vous pouvez répéter s'il vous plait?
D
Je peux aller aux toilettes s'il vous plait?

Slide 9 - Quiz

De uitleg is te snel gegaan en je hebt niet goed gehoord wat je nu moet doen. Wat vraag/zeg je?
A
Vous pouvez répéter s'il vous plait?
B
J'ai une question.
C
Je peux aller aux toilettes s'il vous plait?
D
Je ne comprends pas.

Slide 10 - Quiz

Wat weet je nog?
  • We gaan een quiz doen in lessonup!

Slide 11 - Slide

école
frère
soeur
trouses
ordinateurs
L'
Les
Le
Les
La

Slide 12 - Drag question

Hoe zet je de volgende twee in meervoud? l'élève - la photo?

Slide 13 - Open question

Traduisez:
Quinze
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 14 - Quiz

Traduisez:
Le quartier
A
Het dorp
B
De straat
C
De wijk
D
De stad

Slide 15 - Quiz

Traduisez:
La géographie
A
Aardrijkskunde
B
Natuurkunde
C
Biologie
D
Geschiedenis

Slide 16 - Quiz

Traduisez:
La copine
A
De zus
B
De vriendin
C
Het meisje
D
De vrouw

Slide 17 - Quiz

Traduisez:
L'anglais

A
Nederlands
B
Duits
C
Engels
D
Frans

Slide 18 - Quiz

Traduisez:
Mardi
A
Maandag
B
Donderdag
C
Zaterdag
D
Dinsdag

Slide 19 - Quiz

Traduisez:
Difficile
A
Makkelijk
B
Anders
C
Moeilijk
D
Snel

Slide 20 - Quiz

Traduisez:
Le frère
A
De broer
B
De zus
C
De oom
D
De neef

Slide 21 - Quiz

Traduisez:
être
A
Hebben
B
Eten
C
Werken
D
Zijn

Slide 22 - Quiz

Traduisez:
Maar
A
Avec
B
Mais
C
Donc
D
Et

Slide 23 - Quiz

Traduisez:
Getrouwd
A
Marié
B
Regardé
C
Divorcé
D
Parlé

Slide 24 - Quiz

Traduisez:
Sept
A
Negen
B
Zeven
C
Tien
D
Twee

Slide 25 - Quiz

Traduisez:
Groot
A
Petit
B
Zut
C
Grand
D
Merci

Slide 26 - Quiz

Traduisez:
Nous avons
A
Wij zijn
B
Jullie zijn
C
Jullie hebben
D
Wij hebben

Slide 27 - Quiz

Traduisez:
Elle est
A
Hij is
B
Zij heeft
C
Zij is
D
Hij heeft

Slide 28 - Quiz

Traduisez:
Le matin
A
De middag
B
De ochtend
C
De nacht
D
De avond

Slide 29 - Quiz

Traduisez:
Ton, ta, tes
A
Jouw
B
Mijn
C
Zijn
D
Haar

Slide 30 - Quiz

Traduisez:
Qui
A
Die
B
Dat
C
Wie
D
Wat

Slide 31 - Quiz

Traduisez:
J'aime
A
Ik heb een hekel aan
B
Ik houd van
C
Ik werk
D
Ik heb liever

Slide 32 - Quiz

Traduisez:
Travailler
A
Maken
B
Werken
C
Oefenen
D
Luisteren

Slide 33 - Quiz

Traduisez:
L'élève
A
De docent
B
Het kind
C
De vriend
D
De leerling

Slide 34 - Quiz

Welke werkwoorden ken je in het Frans?

Slide 35 - Mind map

Welke werkwoord staat NIET in de présent?
A
Je mange une pomme.
B
Je regarde le prof.
C
J'ai mangé une pomme.
D
Je cherche mon stylo.

Slide 36 - Quiz

1. Weet je in welke tijd de zin: 'J'ai mangé une pomme' staat?
2. Weet je nog hoe je het regelmatige werkwoord op -er vervoegt naar deze tijd?

Slide 37 - Open question

Vertaal: het meisje kijkt

Slide 38 - Open question


vertaal: een meisje houdt van zingen

Slide 39 - Open question

Vertaal: de meisjes houden van zingen

Slide 40 - Open question

Hoe ging de quiz?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Il y a des questions?

Slide 42 - Mind map

La prochaine fois...
* Neem boek A mee!

Slide 43 - Slide