This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Paul van Ostaijen
(Vlaams dichter)
22 februari 1896
-
18 maart 1928
Hij is beïnvloed door het Dadaïsme en het Expressionisme.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Kila:
Babsie:
"Dit gedicht staat niet alleen in een boek. Wij lazen het eens in België, in de stad Gent. Het staat op een stenen rand van een rivier die door het stadscentrum stroomt, net boven het water. "
"Het lijkt over een droom te gaan. De toon van het gedicht is ook dromerig": de herhalingen van dezelfde woorden en de lange klanken maken het dromerig, je valt er zo bij in slaap."
Slide 6 - Slide
Voordragen (scanderen)
Welke lange klanken worden er herhaald in het gedicht?
Hoe klinkt het als je de tekst voorleest terwijl je die klanken extra lang maakt?
Oefenen het voordragen met lange klanken en draag het gedicht aan elkaar voor.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Theorie
Wanneer klanken worden herhaald spreken we van rijm.
De herhaling van klinkers (a, e, i, o, u) noemen we assonantie.
Een voorbeeld uit het gedicht is de lange a-klank van 'maan' en van 'kano'.
Slide 9 - Slide
Theorie
Wanneer medeklinkers (alle overige letters van het alfabet) aan het begin van een woord herhaald worden, spreken we van alliteratie.
Dit is het geval bij de woorden 'moede' en 'maan' en bij
'langs' en 'laagwei'.
Slide 10 - Slide
Theorie
Als een levenloze zaken, niet-menselijke levensvormen of abstracte begrippen een menselijke of dierlijke eigenschap krijgt toegekend, dan wordt dit personificatie of animalisering genoemd.
In het gedicht staat dat de maan op een vermoeide manier ('moede' is een ouderwets woord voor 'moe') over de lange rivier schuift.
Slide 11 - Slide
Wat als een voorwerp uit jouw slaapkamer een reis gaat maken. Welk voorwerp zou dit zijn?
Slide 12 - Mind map
Schrijfopdracht
Hoe beweegt het voorwerp zich?
Gaat het door de lucht of is het zo zwaar dat het zich een weg kan graven onder de grond door?
Waarom wil het voorwerp van de ene naar de andere plek?
Slide 13 - Slide
Schrijfopdracht
Wat komt het voorwerp allemaal tegen?
Welke obstakels moet het overwinnen om deze weg af te leggen?
Wat voelt het voorwerp tijdens de reis?
Gaat de reis snel of langzaam?
Slide 14 - Slide
Schrijfopdracht
Kun je de reis van jouw voorwerp zo dromerig mogelijk opschrijven?
Helpt het om klanken te herhalen?
Zou je iemand in slaap kunnen laten vallen door jouw tekst voor te lezen?
Slide 15 - Slide
Schrijfopdracht
Schrijf een dromerig gedicht over de reis van een voorwerp uit jouw slaapkamer.
Het gedicht bestaat uit twee strofes.
Je past in elke strofe assonatie of alliteratie toe.
In minimaal een strofe pas je ook personifactie/animalisering toe.
Je typt het gedicht uit en voegt het toe aan je poëziedossier.
Slide 16 - Slide
Zoekopdracht
Ken jij ook gedichten die te lezen zijn in de openbare ruimtes?
Het is altijd een verrassing om zomaar poëzie tegen te komen in het wild!