Zintuigen quiz
1 / 12
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Noem de vijf zintuigen:
Slide 2 - Open question
Waaruit bestaat het zintuigenstelsel?
A
De oren en de ogen
B
Alle zintuigen bij elkaar
C
Alle zintuigen behalve de huid
D
De oren, ogen, huid, neus en tong
Slide 3 - Quiz
Een ander woord voor het bewust worden van prikkels is.....
Slide 4 - Open question
de tastzin
de reuk
het zicht
de zintuigen
het gehoor
de smaak
Slide 5 - Drag question
Waar ontstaat de impuls?
Impuls
Slide 6 - Drag question
Orgaan dat prikkels op kan vangen.
Orgaanstelsel dat bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen.
Gedeelte van het zenuwstelsel dat uit hersenen en ruggenmerg bestaat.
Cel in het zenuwstelsel die impulsen kan geleiden.
Cel in een zintuig waar een prikkel wordt omgezet in een impuls.
Zintuig
Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel
Zenuwcel
Zintuigcel
Slide 7 - Drag question
Wat ligt er dieper in de huid?
A
Tastzintuigen
B
Drukzintuigen
Slide 8 - Quiz
De opperhuid bestaat uit:
A
Kiemlaag en onderhuids bindweefsel
B
Hoornlaag en onderhuids bindweefsel
C
Hoornlaag en Kiemlaag
Slide 9 - Quiz
slakkenhuis
zenuw
oorschelp
trommelvlies
Slide 10 - Drag question
Wat is de juiste weg die de geluidstrillingen in je oor volgen ?
A
trommelvlies-gehoorbeentjes-slakkenhuis
B
trommelvlies-slakkenhuis-gehoorbeentjes
C
gehoorbeentjes-trommelvlies-slakkenhuis
D
slakkenhuis-trommelvlies-gehoorbeentjes
Slide 11 - Quiz
lens
iris
netvlies
oogzenuw
Vaatvlies
