1abe: woordenschat H4 (1+2)

Pak je huiswerk erbij
Opdracht 1 en 2 (blz. 115-116)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Pak je huiswerk erbij
Opdracht 1 en 2 (blz. 115-116)

Slide 1 - Slide

Nakijken opdracht 1 (8 t/m 14)
  • 8 vetzucht <> anorexia
    Betekenis: overgewicht; obesitas
    Signaalwoord: -

  • 9 onder supervisie <> (volledig) zelfstandig
    Betekenis: onder toezicht en leiding; onder de kritische blik (van een begeleider)
    Signaalwoord: - (evt. de laatste tijd vs. in het begin)

  • 10 doelgericht <> willekeurig
    Betekenis: met een duidelijk doel of effect voor ogen,
    Signaalwoord: -

Slide 2 - Slide

Nakijken opdracht 1 (8 t/m 14)
  • 11 ongedwongen <> krampachtig
    Betekenis: vrijmoedig; rustig en ontspannen; zonder zich verplicht te voelen
    Signaalwoord: aan de andere kant



  • 12 verstarren <> ontspannen
    Betekenis: gespannen worden; strak gaan staan
    Signaalwoord: -

Slide 3 - Slide

Nakijken opdracht 1 (8 t/m 14)
  • 13 professioneel <> amateur
    Betekenis: vakkundig; beroepsmatig; bekwaam; niet-amateuristisch
    Signaalwoord: -



  • 14 enerverend <> saai
    Betekenis: opwindend; spannend; boeiend
    Signaalwoord: -

Slide 4 - Slide

Maak opdracht 2
Let op: noteer het juiste woord + noteer de betekenis
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Opdracht 2
1a

Slide 6 - Open question

Opdracht 2
1b

Slide 7 - Open question

Opdracht 2
1c

Slide 8 - Open question

Opdracht 2
1d

Slide 9 - Open question

Opdracht 2
1e

Slide 10 - Open question

Opdracht 2
1f

Slide 11 - Open question

Opdracht 2
1g

Slide 12 - Open question

Opdracht 2
1h

Slide 13 - Open question

Opdracht 2
1i

Slide 14 - Open question

Opdracht 2
1j

Slide 15 - Open question

(e) er zit kop noch staart aan
(d) een verschil van dag en nacht
(c) Buigen of barsten
(b) bij hoog en bij laag volhouden.
(a) 't Kan vriezen, 't kan dooien
Het kan alle kanten opgaan. 
Ondanks tegenwer-pingen volhouden 
een beetje toegeven of ten onder gaan. 
een heel groot verschil
er zit geen enkele structuur in. 

Slide 16 - Drag question

(j) water en vuur zijn
(i) met vallen en opstaan
(h) koud noch warm van iets worden
(g) iets zwart-op-wit willen hebben
(f) Hemel en aarde bewegen
gezworen vijanden zijn
ongeëmotio-neerd zijn van iets
alles doen om iets gedaan te krijgen
met tegenslagen, maar toch doorzetten
een schriftelijk bewijs van iets willen

Slide 17 - Drag question

Huiswerk
  • Maak opdracht 6 (blz. 117) 

  • 29 april: TiO-Speltmeting
    Zorg dat je taaktijd dan op 0 staat!

Slide 18 - Slide