5.9 Spelling: Trappen van vergelijking en dicteewoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands! 

Wat je in deze les leert ... 

§5.9 Spelling

Terugblik tegenwoordig deelwoord en bijvoeglijk naamwoord

Trappen van vergelijking

20 dicteewoorden

Typ het tegenwoordig deelwoord (td)

(fluisteren)

De deskundigen overlegden ...

Typ het tegenwoordig deelwoord (td)

(winnen)

Het ... lotnummer is 657889!

Het onvoltooid deelwoord

Die schrijf je door je achter het hele werkwoord een -d te zetten.

Er staat altijd nóg een werkwoord bij het td in de zin.

Zij zwaaide lachend naar de chauffeur.

 De tiener ging fluitend naar de orthodontist.

Oma doet lopend haar boodschappen.

Knippend kapte de knappe kapper Kareltje.

Kies het correct gespelde bijvoeglijk naamwoord .

Deze ..... broek mag je niet samen
met de rode trui wassen.

1. katoene
2. katoenen
3. kattoene
4. kattoenen

Kies het correct gespelde bijvoeglijk naamwoord.

Het schuifje van de ..... cabine stond op rood.

1. bezette
2. bezete
3. bezet
4. besete

bijvoeglijk naamwoorden spellen

-  Het bijvoeglijk naamwoord staat voor óf achter het zelfstandig naamwoord: de rode trui, de trui is rood.

- Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: de aluminium schaal, de houten kast.

- Het bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een infinitief,  voltooid of onvoltooid deelwoord: het te vieren feest, de gezochte crimineel, de lachende puber

De meeste zelfstandige naamwoorden zet je in het meervoud door er -(e)n, -s, of -eren achter te zetten. Vaak kun je het meervoud gewoon opschrijven zoals je het hoort. Sommige zelfstandige naamwoorden hebben een bijzondere meervoudsvorm. In dit overzicht zie je zulke woorden met hun spellingsregel.

Bn afgeleid van vd

Van werkwoorden kun je bijvoeglijk naamwoorden maken. Je gebruikt hiervoor het voltooid deelwoord.

Opdracht - solo of duo

Lees de 19 dicteewoorden. Hoe heet het teken dat in deze woorden voorkomt? Wat valt je op? Zie je een patroon?

A4'tje	EHBO'er	's morgens	sms'je
's avonds	's-Gravenhage	65+'er	tv's
BN'er	's-Hertogenbosch	's nachts	vwo'er
pdf 's	ict'er	pc's	wc'tje
VVD'er	's middags	gsm's

Trappen van vergelijking, blz. 139

Je stelt iets vast.

Je maakt het groter

Je overtreft alles

Uitzonderingen:

goed/beter/best

veel/meer/meest

weinig/minder/minst

Als of dan? 

Gebruik dan ...

- bij een vergrotende trap: meer dan, kleiner dan

- bij ander, andere en anders: Het is anders dan ik dacht.

Gebruik als ...

- bij net zo + even: net zo groot als, even mooi als

- bij niet zo: niet zo groot als

- bij drie keer, vier keer zo: vier keer zo groot als..

= vergelijking

= tegenstelling

Vandaag ben ik even slim
als/dan hem/hij.

Kies het juiste antwoord!

1. als hem
2. als hij
3. dan hem
4. dan hij

Wat?	Paragraaf 5.9 Spelling: opdrachten 7, 8 en 10
Hoe?	Talent online of leerwerkboek B
Hulp?	Boek, theorie online, klasgenoot
Resultaat?	Huiswerk
Leerdoel?	Trappen van vergelijking, als/dan
Klaar?	Daltontaak week 22, lezen

Wat weet je nu?

Bijvoeglijk naamwoorden spellen

20 dicteewoorden

Trappen van vergelijking

als/dan

Wie vindt alle taalvoutjes in dit gedicht?

Hoeveel foutjes staan in het gedicht?

                     goed

ik vind dichten best wel leuk

en ik kan het best wel goed

maar ik erger me aan de mensen

die mij vertellen hoe 'het moet'

doe gewoon eens niet de hele tijd

alsof je het beter weet dan ik

besef goed dat dit mijn werk is

niet gewoon iets voor erbij

maar ik neem het hen niet kwalijk

want men bedoelt het niet verkeerd

en het kan misschien zelfs zijn

dat ik van jouw kritiek wat leer

Einde van de les