Les 1 week 20

Planning
Lezen uit Reinaert de Vos + aantekeningen maken
Uitleg H5 Spelling & werkwoordspelling 
Aan de slag met opdrachten Spelling H5


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
Lezen uit Reinaert de Vos + aantekeningen maken
Uitleg H5 Spelling & werkwoordspelling 
Aan de slag met opdrachten Spelling H5


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Welke verschillende soorten bijvoeglijk naamwoorden zijn er?

Slide 4 - Slide

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Hoe vorm je een voltooid deelwoord?
Hoe vorm je een onvoltooid deelwoord? 

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
- gewoon bijvoeglijk naamwoord
- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een voltooid of onvoltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord.

voorbeeld: De groene appel. "Groene" zegt iets over "de appel" en is dus een bijvoeglijk naamwoord.

Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk!
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijf je (bijna altijd) met -en- houten/gouden/zilveren --- maar: nylon

Slide 7 - Slide


Lesdoel

Na deze les weten jullie:

  1. Hoe je van een deelwoord een bijvoeglijk naamwoord kunt maken.
  2. Hoe je deze bijvoeglijke naamwoorden spelt.



Spelling - bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Slide

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Slide


Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord



Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Soms worden bijvoeglijk naamwoorden gemaakt van deelwoorden (voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord)

  • De smeltende sneeuwpop
  • De gesmolten sneeuwpop

Slide 10 - Slide

Soms worden deelwoorden (voltooid en 
onvoltooid deelwoord) een bijvoeglijk naamwoord.

bijvoorbeeld: 

Ik heb mijn huiswerk gedaan  (vd) -
Het gedane (bn) huiswerk was lastig.

Huilend (od) rende ze naar huis. - 
Een huilend (bn) meisje rende naar huis.
Bijvoeglijk naamwoord 

Slide 11 - Slide

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
A
Schrijf je zo kort mogelijk.
B
Schrijf je bij sterke en zwakke werkwoorden hetzelfde.
C
Er mag een uitspraakprobleem ontstaan.

Slide 12 - Quiz

Waar wordt het onvoltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord?
pv = alarmeren
A
De gealarmeerde hulpdiensten kwamen aangesneld.
B
In de krant verschenen alarmerende berichten over toenemend geweld.
C
Vanwege een brand werden we gealarmeerd.
D

Slide 13 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verbranden) De … neus
A
verbrandde
B
verbrande

Slide 14 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(vergeten) De ... groente
A
vergeette
B
vergeten
C
vergeet
D
vergete

Slide 15 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verknippen) De ... broek
A
verknipte
B
verknipten
C
verkniptte
D
verknipt

Slide 16 - Quiz

Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?

De voorbereidende actie
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord

Slide 17 - Quiz

Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?

De gewonnen wedstrijd
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord

Slide 18 - Quiz

Maak de opdrachten uit de planning van 18 mei in het online Nieuw Nederlands boek. 
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.

Slide 19 - Slide