D1BTh5 B3 Horen - oefenen

D1BTh5 B3
Horen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

D1BTh5 B3
Horen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

Wat weet je (al) over horen?
  1. Weet je wat geluid is?
  2. Ken je de onderdelen van het oor?
  3. Weet je welke functie een onderdeel van het oor heeft?
  4. Weet je wat gehoorschade is en hoe je dat kunt voorkomen?
  5. Weet je wat een dB is?
  6. Ken je de werking van de buis van Eustachius?

Slide 2 - Slide

Op welke manier kun je de kans
op lawaaischade verminderen?
A
Gehoorbescherming dragen
B
Niet dichtbij de boxen staan
C
Niet te lang aanwezig zijn bij 'hard' geluid
D
A, B en C

Slide 3 - Quiz

slakkenhuis
zenuw
oorschelp
trommelvlies

Slide 4 - Drag question

De buis van Eustachius verbindt
A
de trommelholte met het middenoor
B
de oorschelp met de keelholte
C
het slakkenhuis met de trommelholte
D
de trommelholte met de keelholte

Slide 5 - Quiz

bevat gehoorzintuigcellen die geprikkeld worden door geluid
A
de gehoorgang
B
de gehoorbeentjes
C
het slakkenhuis
D
de gehoorzenuw

Slide 6 - Quiz

In volgorde
nr 4 - 6 - 8

A
4 trommelvlies 6 buis van Eustachius 8 gehoorzenuw
B
4 gehoorgang 6 gehoorgang 8 oorschelp
C
4 slakkenhuis 6 aambeeld 8 hamer
D
4 evenwichtsorgaan 6 stijgbeugel 8 trommelgang

Slide 7 - Quiz

Waar liggen de gehoorzintuigcellen?
A
in het middenoor
B
in het slakkenhuis
C
in de gehoorgang
D
in het binnenoor

Slide 8 - Quiz

1. De gehoorzintuigcellen worden geprikkeld door geluid en
daar ontstaan impulsen
2. De impulsen gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 9 - Quiz

In volgorde
nr 4 - 6 - 8

A
4 trommelvlies 6 buis van Eustachius 8 gehoorzenuw
B
4 gehoorgang 6 gehoorgang 8 oorschelp
C
4 slakkenhuis 6 aambeeld 8 hamer
D
4 evenwichtsorgaan 6 stijgbeugel 8 trommelgang

Slide 10 - Quiz

Wat weet je van het slakkenhuis?
Wat is NIETwaar
A
Er zit vloeistof in. Lage tonen 'hoor je' diep in het slakkenhuis
B
Het slakkenhuis is een evenwichtsorgaan
C
Er zitten gevoelige onderdelen in. Deze reageren op geluid.
D
Er zijn hoge tonen die een mens niet hoort en een hond bijvoorbeeld wel

Slide 11 - Quiz

Wat is NIETWAAR
over de buis van Eustachius?

A
Als je gaapt of slikt gaat deze open
B
kan verstopt raken
C
Verbinding in het slakkenhuis
D
Verbinding tussen neus en oor

Slide 12 - Quiz

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 13 - Drag question

Trommelvlies
Oorschelp
Oorsmeer
kliertjes
Gehoorgang

Slide 14 - Drag question

Wanneer hoor je iets?
A
Als geluidstrillingen de gehoorgang binnenkomen
B
Als geluidstrillingen het trommelvlies en de gehoorbeentjes laten trillen
C
Als geluidstrillingen speciale 'haartjes' in het slakkenhuis prikkelen
D
Als impulsen vanuit het slakkenhuis via de gehoorzenuw de hersenen bereiken

Slide 15 - Quiz

Lawaaislechthorendheid ('Disco-dip'): Vooral de hoogte van taal en muziek hoor je minder
Tinnitus: allerlei suis, piep, fluit of bromgeluiden die alleen de persoon zelf hoort
Hyperacusis: Overgevoelig voor alledaagse geluiden, zoals het uitruimen van de vaatwasser
Ouderdomsslechthorendheid

Dit zijn voorbeelden van:
A
Lawaaischade / Gehoorschade
B
Doofheid
C
Super goed horen
D
Problemen die met een gehoorapparaat verholpen kunnen worden

Slide 16 - Quiz

Oorschelp
Gehoorgang
Slakkenhuis
Trommelvlies
Gehoorbeentjes

Slide 17 - Drag question

Waar ligt de trommelholte en wat zit erin?

Slide 18 - Open question

Wat is de functie van de gehoorgang?

Slide 19 - Open question

Wat is het trommelvlies en wat gebeurt ermee?

Slide 20 - Open question

Gehoorschade is beschadiging aan het oor waardoor je minder goed hoort
A
waar
B
nietwaar

Slide 21 - Quiz

Welk deel van het oor vangt
als eerste geluid op
A
De oorschelp
B
De gehoorgang
C
Het trommelvlies
D
De gehoorzintuigjes

Slide 22 - Quiz

De gehoorzenuw geleidt impulsen van het slakkenhuis naar de hersenen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 23 - Quiz

Wat is waar
A
Oorsmeerkliertjes die oorsmeer maken, houden het trommelvlies soepel
B
De buis van Eustachius houdt het trommelvlies soepel
C
De gehoorbeentjes houden het trommelvlies soepel
D
Het slakkenhuis houdt het trommelvlies soepel

Slide 24 - Quiz

1. Gehoorbeentjes zijn: Hamer, aambeeld, stijgbeugel
2. Functie: Ze geven de trillingen van het trommelvlies door
aan het slakkenhuis
A
1 waar 2 nietwaar
B
1 nietwaar 2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 25 - Quiz