Par. 3: Hoe hoger, hoe kouder / Zomer en winter

1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Weer en klimaat
Deze les:
  • Heb je al je spullen bij je?
  • Herhaling paragraaf 3
  • Uitleg: Paragraaf 3:
      - Hoe hoger, hoe kouder 
     - Zomer en winter
  • Werken

Slide 2 - Slide

Hoge breedte is dicht bij de evenaar.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

Hoe lager de breedte hoe warmer.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Loodrechte zonnestralen hoeven een kleiner gebied te verwarmen dan schuine zonnestralen.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Verwarmen zonnestralen eerst de grond of eerst de lucht?
A
grond
B
lucht

Slide 6 - Quiz

Hoe hoger, hoe kouder
Als een lichtstraal het aardoppervlak bereikt wordt hij omgezet in een warmtestraal die de grond verwarmt.
De warme grond verwarmt vervolgens de lucht erboven.
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.

Slide 7 - Slide

Op 1000 m hoogte is het 10 graden Celsius. Hoe warm is het op 2000 m hoogte?
A
20 graden Celsius
B
0 graden Celsius
C
16 graden Celsius
D
4 graden Celsius

Slide 8 - Quiz

De aarde maakt twee bewegingen:
  • In 24 uur draait de aarde om zijn as:
    gevolg: dag en nacht 
  • In een jaar draait de aarde één keer om de zon: gevolg: seizoenen 

Slide 10 - Slide

De seizoenen in Nederland
Zet de foto's bij het juiste seizoen

Slide 11 - Drag question

Oorzaak seizoenen
De aardas staat schuin:
December: zuidpool staat het dichtst bij de zon.
Juni: noordpool staat het dichtst bij de zon.

Lente
Zomer
Herfst
Winter

Slide 12 - Slide

Weer en klimaat
Nu doen:
  • Werken aan paragraaf 3
  • Uitleg vragen 

Huiswerk:
  • Leer vaardigheden, par. 2 en par. 3

Slide 13 - Slide