2025-10-28 G5 Latijn (LTC)

Leerdoelen

  • Ik kan Horatius 3 vertalen.

Mythologie:
  • Iphis en Ianthe

Weektaak

  • Drills: bnw module 1 en 2 100%


1 / 13
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen

  • Ik kan Horatius 3 vertalen.

Mythologie:
  • Iphis en Ianthe

Weektaak

  • Drills: bnw module 1 en 2 100%


Slide 1 - Slide

Begintaak:
Kunnen de volgende woordparen met elkaar congrueren?
Zo ja: noteer naamval, geslacht en getal (alle mogelijkheden)
Zo nee: waarom niet?

  • femina tristi
  • saxum grave
  • manus longos
  • corpus infelix

Slide 2 - Slide

We bespreken:

  • Horatius 3, r. 9-24 (huiswerk)

(Zie volgende dia's)





Slide 3 - Slide

            ‘Me nunc Tressa Chloe regit,
10     dulces docta modos et citherae sciens,
            pro qua non metuam mori,
         si parcent animae fata superstiti.’
‘Mij regeert nu de Thracische Chloë,
ervaren in zoete maten en bedreven in de cither,   
voor wie ik niet bang ben te sterven,
als de lotbeschikkingen mijn lieveling zullen sparen, zodat ze overleeft.’

Slide 4 - Slide

             ‘Me torret face mutua
         Thurini Calais filius Ornyti, 
15          pro quo bis patiar mori,
         si parcent puero fata superstiti.’

 ‘Mij verschroeit nu met wederzijds fakkel/liefdesvuur
Calaïs, zoon van de Thurische Ornytus,
voor wie ik tweemaal durf te sterven
als de lotsbeschikkingen de jongen zullen sparen, zodat hij overleeft.

Slide 5 - Slide

             ‘Quid, si prisca redit Venus    
        diductosque iugo cogit aëneo?
              Si flava excutitur Chloe
20    reiectaeque patet ianua Lydiae?’

 ‘Wat, als de vroegere Venus/de vroegere liefde terugkeert
en hen die gescheiden zijn samenbrengt onder het bronzen juk?
Als de blonde Chloë uit huis/er uit geworpen wordt
en de deur openstaat voor de versmade Lydia?’

Slide 6 - Slide

21          ‘Quamquam sidere pulchrior
         ille est, tu levior cortice et improbo
                 iracundior Hadria,
         tecum vivere amem, tecum obeam libens.’ 

‘Hoewel hij mooier is dan een ster
en jij lichter dan een kurk en dan de slechte
Adriatische zee opvliegender,
met jou zou ik graag leven, met jou graag sterven.    

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Iphis en Ianthe

  • Io (Griekse mythologie) wordt gelijkgesteld aan Isis (Egyptische godin)
  • Wat is het oordeel over homosexualiteit, waaruit blijkt dat?
  • Wie is Pasiphaë en wie Daedalus?
  • Welke metamorohose vindt plaats? Bij welke woorden begint de metamorfose?

Slide 9 - Slide

Phaedra: gaat niet door.

Slide 10 - Slide

Tijd over?
Oefenen voor toets: Pyramus en Thisbe r. 128-144

Zorg dat je uit je hoofd (voor het bord) kunt vertalen:
r. 128-132: Marijn, Dejan, Yu Fu
r. 133-138: Jonathan, Sara, Max
r. 139-144: Diederik, Quirine, Iris

Je moet een goed lopende zin produceren en precies kunnen aanwijzen wat je vertaalt.

Slide 11 - Slide

Even terugkomen op Pyramus en Thisbe r. 128-144

  • Regel 142: pas hier wordt de naam van Pyramus (weer) genoemd. Met welke drie (vier) Latijnse woorden (vanaf regel 128) is hij eerder aangeduid?
  • Hoe zijn supplevit (140) en miscuit (141) geconstrueerd?
  • Noteer namval, geslacht, getal en de functie van de naamval van buxo (134), summum (136) en corpus (139).



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide