8.3 + 8.4 herhaling
1 / 15
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Straling is gevaarlijk
JA
Nee
Soms
Slide 2 - Poll
Eén A4'tje
Een boek
Centimeters lood
Gammastraling
Alfastraling
Bètastraling
Slide 3 - Drag question
Els draagt een oud horloge met lichtgevende wijzers. De wijzers zijn beschilderd met verf die een beetje radioactief is.
A
uitwendige bestraling
B
inwendige bestraling
Slide 4 - Quiz
Harry heeft een glas water gedronken. Drinkwater bevat altijd een uiterst geringe hoeveelheid radioactief tritium, een isotoop van waterstof.
A
Uitwendige bestraling
B
Inwendige bestraling
Slide 5 - Quiz
De hoeveelheid ioniserende straling die mensen oplopen, noem je de
A
maximaal mSv
B
dosis
C
veilige straling
Slide 6 - Quiz
Wat is een tracer?
Slide 7 - Open question
Een stof heeft een halfwaardetijd van 33 jaar. Na hoeveel tijd is er nog 12,5 % van de oorspronkelijke stof over?
A
132 jaar
B
99 jaar
C
66 jaar
D
33 jaar
Slide 8 - Quiz
Bq betekent
A
het aantal protonen dat er per seconde vervalt
B
het aantal neutronen dat er per seconde vervalt
C
het aantal moleculen dat er per seconde vervalt
D
het aantal deeltjes dat er per seconde vervalt
Slide 9 - Quiz
Het atoomnummer van natrium is 11.
Hoeveel elektronen zitten er dan in het atoom?
Hoeveel elektronen zitten er dan in het atoom?
A
23
B
11
C
12
Slide 10 - Quiz
Het atoomnummer van ijzer-59 is 26
Hoeveel neutronen zitten er dan in de kern?
Hoeveel neutronen zitten er dan in de kern?
A
59
B
26
C
33
Slide 11 - Quiz
Wat betekent activiteit bij radioactiviteit?
Slide 12 - Open question
Wat is de halfwaardetijd?
Slide 13 - Open question
Zoek de halfwaardetijd op in de binas van koolstof-14
Slide 14 - Open question
De halfwaardetijd is 5730 jaar. Als je begint met 100 Bq, hoe groot is de activiteit dan na 11460 jaar?
A
100 Bq
B
50 Bq
C
25 Bq
D
12,5 Bq
