H1.1 - Elektrische energie vervoeren

H1.1 - Elektrische energie vervoeren
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1.1 - Elektrische energie vervoeren

Slide 1 - Slide

Lesdoelen voor vandaag
1.1.1 Je kunt de onderdelen van een elektriciteitscentrale beschrijven.

1.1.2 Je kunt de kenmerken van gelijkspanning en wisselspanning met elkaar vergelijken.

1.1.3 Je kunt uitleggen waarom in het elektriciteitsnet verschillende spanningen worden gebruikt.


Slide 2 - Slide

Wat is de vorige keer behandeld?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Werking elektriciteitscentrale
- De brander verhit water tot stoom.
- De stoom drijft een turbine (rad) aan.
- De generator (grote dynamo) wekt 
   wisselspanning op.
- De condensor maakt van stoom weer water.


Slide 10 - Slide

Elektriciteitsnet:
  • Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
          Energieverlies: minder elektrische energie over voor 
                                           eindgebruikers
  • Voor de minste energieverlies moet stroom over zo hoog mogelijke spanning vervoerd worden (minder warmte).

Slide 11 - Slide

Hoe verlagen we de hoogspanning naar de netspanning?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Elektriciteitcentrale

Transformators



380kV
10kV
230 V
Hoogspanning, Laagspanning en Middenspanning

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

wisselspanning
gelijkspanning

Slide 17 - Slide

Wisselspanning
Gelijkspanning

Slide 18 - Slide

De spanning v.h. lichtnet
  • Het lichtnet heeft geen gelijkspanning (zoals in batterijen en accu's) maar een wisselspanning van effectief 230 V. De frequentie is 50 Hz. Het patroon herhaalt 50 x per seconde.

Slide 19 - Slide

gelijkspanning - Spanning die onveranderlijk is, zoals de spanning van een batterij of accu.
wisselspanning - Spanning die voortdurend van plus naar min wisselt, zoals de spanning op het lichtnet. 

Effectieve spanning - De ‘gemiddelde’ spanning van een wisselspanning. Als je met een wisselspanning moet rekenen, bijvoorbeeld om het vermogen uit te rekenen, gebruik je de effectieve spanning




Slide 20 - Slide

Ga nu zelf aan de slag
 Wat? Maak ''de introductie'' in de online methode. Maak daarna de volgende opdrachten van H1.1: 1a,b,c, 2, 4
Hoe? Je mag samenwerken. Je moet fluisterend overleggen. Ik wil je niet kunnen horen
Hoe lang? Tot het einde van de les
Klaar? Lees het stuk over ''de transformator''. Maak de bijbehorende opdrachten

Slide 21 - Slide

Werking van een transformator
Een transformator bestaat uit twee spoelen van geisoleerde koperdraad om een weekijzeren kern.
  • Primaire spoel wordt verbonden met het 
       lichtnet, secundaire spoel met het apparaat.
  • Wisselstroom gaat door de primaire spoel, 
       die wordt een elektromagneet.
  • Weekijzeren kern wordt hierdoor gemagnetiseerd.

Slide 22 - Slide

Werking van een transformator (2)

  • Gevolg - er ontstaat in de 
secundaire spoel een 
veranderende magneetveld, 
wat een lagere wisselspanning 
opwekt.

Slide 23 - Slide

Formule transformator
UsUp=NsNp
      = spanning primaire spoel
      = spanning secundaire spoel
      = aantal windingen
          primaire spoel
      = aantal windingen
          secundaire spoel
Up
Us
Np
Ns

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Er is per paragraaf een digitale test jezelf 

Slide 29 - Slide

Belang lesdoel
Formule en werking trafo is belangrijk.
Je begrijpt b.v. wat er bij je mobieltje gebeurt tijdens het laden.

Slide 30 - Slide

Controlevragen
1 Leg in vier stappen de werking van een elektriciteitscentrale uit.

Slide 31 - Slide

2a Welk ding verlaagt de spanning zoals hiernaast te zien is ?

2b Waarom is de spanning zo hoog ?



Slide 32 - Slide

3a Uit welke onderdelen bestaat een transformator ?

b Hoe weet je wat de primaire spoel is ?

c Wat moet je doen om de spannng te verhogen ?


Slide 33 - Slide

controlevraag 4
Noteer de formule die het verband tussen het aantal windingen en de spanning bij een trafo weergeeft.

Slide 34 - Slide

controlevraag 5
Een trafo wordt op het stopcontact aangesloten .
De transformator levert 23 V. Bereken hoeveel windingen er secundair zijn, als er primair 100 windingen zijn.

Slide 35 - Slide

Controlevraag 7 (inzicht)

Slide 36 - Slide

Netta heeft drie spoelen: spoel A met 100 windingen, spoel B met 200 windingen en spoel C met 400 windingen. Ze kan een eenvoudige transformator maken door twee van de spoelen over een weekijzeren kern te plaatsen.

a) Met welke combinatie van spoelen kan Netta een wisselspanning van 6 V omhoog transformeren tot 12V ?
b) En van 6 V naar 24 V ?
c) En van 6 V naar 3 V ?

Slide 37 - Slide

Controle v.b 2 (inzicht !)

Slide 38 - Slide

Tip; Je sluit hem aan in Ned. op 230 V en moet 120 V krijgen zodat hij niet kapot gaat.

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide