• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

2GA CH5 bron B

Bonjour
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour

Slide 1 - Slide

Objectif Santé
Les objectifs du chapitre
  • vertellen over je gezondheid
  • vertellen dat je ziek bent
  • vertellen hoe gezond je bent
Vocabulaire
  • gezondheid
  • lichaam
  • sport
  • eten
Grammaire
  • La négation
  • Poser une question

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Avoir mal à + lidwoord
Doel:
  • Je weet hoe je in het Frans kunt zeggen waar je pijn aan hebt.

Slide 4 - Slide

avoir mal à + lidwoord (le, la, l', les)
Als je wilt zeggen dat je ergens pijn hebt gebruik je avoir mal à + lidwoord.

1. J'ai mal au nez.        Ik heb pijn aan mijn neus.
2. J'ai mal à la tête.     Ik heb hoofdpijn.

Soms is het lidwoord 'verstopt' (zin 1). 

Slide 5 - Slide

avoir mal à + lidwoord (le, la, l', les)
J'ai mal à le nez.        J'ai mal au nez.        Ik heb pijn aan mijn neus.
J'ai mal à la tête.                                                Ik heb hoofdpijn.
J'ai mal à l'oreille.                                              Ik heb oorpijn.
J'ai mal à les dents. J'ai mal aux dents.  Ik heb tandpijn.

Hoe weet je of een woord mannelijk, vrouwelijk of meervoud is?
Uitleg

Slide 6 - Slide

Wat betekent het volgende?
J'ai mal à la tête.
A
Ik heb buikpijn.
B
Ik heb hoofdpijn.

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het volgende?
J'ai mal au nez.
A
Ik heb pijn aan mijn hand.
B
Ik heb pijn aan mijn neus.

Slide 8 - Quiz

au
à la 
aux
à l'
à + le 
à + la 
à + les 
à + l'

Slide 9 - Drag question

Kies de juiste optie.
J'ai mal ___ bouche (v).
A
au
B
à le
C
à la
D
aux

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste optie.
J'ai mal ___ genou(m).
A
au
B
à le
C
à l'
D
aux

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste optie.
J'ai mal ___ bras (enkv).
A
au
B
à le
C
à les
D
aux

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste optie.
J'ai mal ___ dents.
A
au
B
à le
C
à les
D
aux

Slide 13 - Quiz

j'ai mal à la jambe
j'ai mal à la tête
j'ai mal au ventre/ j'ai mal au coeur
j'ai mal à l'oreille
j'ai mal au dos

Slide 14 - Drag question

J'ai mal au ventre
J'ai mal aux pieds
J'ai mal au nez.

Slide 15 - Drag question

Hoe zeg je?
Wij hebben pijn aan onze voeten.
A
Nous avons mal au pied.
B
Nous avons mal à la jambe.
C
Nous avons mal aux pieds.
D
Nous avons mal aux jambes.

Slide 16 - Quiz

Hoe zeg je?
Jij hebt hoofdpijn.

Slide 17 - Open question

More lessons like this

avoir mal à + lidwoord

February 2025 - Lesson with 13 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

avoir mal à + lidwoord

March 2021 - Lesson with 10 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Sante 2V

June 2024 - Lesson with 11 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

la santé / avoir mal

March 2025 - Lesson with 20 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Lire: santé

March 2021 - Lesson with 16 slides
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

TV3: Avoir mal à

March 2024 - Lesson with 26 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

La Santé 2HV

February 2025 - Lesson with 15 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

2HV: Parler

January 2023 - Lesson with 26 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings