4.5 woorden

Welkom B2A!!!
Staat je telefoon op stil in de telefoontas?



1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom B2A!!!
Staat je telefoon op stil in de telefoontas?



Slide 1 - Slide

We starten met lezen...
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
1. De trappen van vergelijking
2. Aan het werk!
3. Als en dan; wanneer moet je nou welk woord gebruiken?
4. Blooket
5. Verder aan het werk!
6. Documentaire verder afkijken
7. Beoordeling schrijven van 

Slide 3 - Slide

Herhaling
- Sluikreclame
- Buitenreclame
- Mond-tot-mondreclame 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

    klein, kleiner - groot, groter
Als je mensen of dingen wilt vergelijken, zet je meestal -er achter het woord:
klein - kleiner
groot - groter
dik - dikker
mooi - mooier 

Slide 6 - Slide

Woorden die op een -r eindigen?

Deze woorden krijgen -der achter het woord:

lekker - lekkerder
duur - duurder
zwaar - zwaarder

Slide 7 - Slide

Let op!
Er zijn ook onregelmatige woorden:
        graag  - liever  
        goed   - beter 
        veel     - meer   
       weinig - minder 

Deze woorden moet je dus uit je hoofd leren!

Slide 8 - Slide

Je vergelijkt twee mensen of dingen
-> dan


Omar is ouder dan  mijn broer.
Mijn auto is mooier dan  jouw auto. 
Ik ben langer dan jij.
Maria is jonger dan ik.

Slide 9 - Slide

De vergrotende trap krijgt dus -er
kort - korter
lang -  langer

let op:
slim - slimmer
let op:
groot - groter

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

Maken paragraaf 4.5 
Opd. 3 t/m 8 





timer
10:00

Slide 11 - Slide

Als of dan?

ALS = GELIJK

DAN = ONGELIJK / VERSCHIL


Slide 12 - Slide

Voorbeelden
Morgen is het even warm als vandaag.
Jullie zijn langer dan ik.

Even checken -> een paar voorbeelden




Slide 13 - Slide

Verder aan de slag!

Maken paragraaf 4.5 
Opd. 2 t/m 10, 14, 15 en 16




timer
15:00

Slide 14 - Slide

Blooket 
Als of dan?

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Korte opdracht (recensie)
De documentaire krijgt van mij een __.

Ik vond de documentaire (spannend, saai, verrassend, interessant, langdradig, makkelijk, moeilijk etc.), want _______

Je geeft een voorbeeld uit de documentaire dat jou het meest heeft geraakt.

Je zet je naam (voornaam en achternaam) onderaan. (Geen vriendelijke groet!) 

Slide 17 - Slide

De volgende les
Telefoongesprekken voorbereiden!

Slide 18 - Slide