evolutie

Evolutie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Evolutie

Slide 1 - Slide

                      Lesdoelen
Na deze les:
  1. Weet je wat verwantschappen zijn
  2. Weet je wat evolutie is
  3. Weet wie de evolutie theorie heeft bedacht

Slide 2 - Slide

Wat is een soort
Een soort zijn organismen die onderling vruchtbare nakomelingen krijgen.
Hoewel zebra's en paarden nauw verwant zijn en tot dezelfde geslachtengroep behoren, hebben ze verschillende chromosoom- aantallen en genetische kenmerken.  De nakomelingen zijn onvruchtbaar.

Slide 3 - Slide

Wat is een ras
Een ras behoort tot dezelfde soort maar heeft duidelijk andere fenotypische kenmerken. Veroorzaakt door mutaties en specifieke fokprogramma's of kruisingen.
Denk aan hondenrassen en  tomatenrassen.

Slide 4 - Slide

Populatie
Een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied die onderling kunnen voortplanten.

Bijv alle konijnen op Texel.
Een berkenbos.


Slide 5 - Slide

Grondlegger van de evolutietheorie
Charles Darwin 1809 - 1882

Slide 6 - Slide

Wat is evolutie?
  • Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

Slide 7 - Slide

Evolutie van een paard

Slide 8 - Slide

Hoe werkt evolutie
verandering in genotypen (door mutaties)

natuurlijke selectie (voortplantingsdruk door voedselschaarste, nieuwe omgevingsfactoren en predatie, vijanden)

ontstaan van nieuwe soorten (wanneer er langdurig isolatie van een populatie van een andere populatie is. De isolatie wordt veroorzaakt door geografische factoren en of verandering in taal door)

Slide 9 - Slide

Mutaties
Verandering in allelenfrequenties die te zien zijn in het fenotype

Voorbeelden van erfelijke mutaties zijn bijvoorbeeld:
hemofilie, albinisme, verschillende hondenrassen en variaties in het Coronavirus.

Slide 10 - Slide

Variaties in het genotype en fenotype

Slide 11 - Slide

Natuurlijke selectie
Survival of the fittest
De best aangepaste organismen hebben een betere overlevingskans en krijgen meer nakomelingen.
De berkenspanner. De donkere versie te zien op de berk wordt eerder opgegeten dan de lichte versie. Deze valt bijna geheel weg. Camuflage.

Slide 12 - Slide

van evolutie
Eind 19e eeuw was er veel luchtvervuiling door het stoken op kolen. Berken werden zwarter door de hoeveelheid roet. Dit zorgde voor natuurlijke selectie bij de berkenspanner

Slide 13 - Slide

Hoe ontstaat een nieuwe soort
Natuurlijke selectie is niet voldoende. Er moet langdurig scheiding zijn van andere populaties dezelfde soort.

Zoals een nieuw vulkanische eiland.

Slide 14 - Slide

Is de aarde veel veranderd?

Slide 15 - Slide

Verstedelijking van de Aarde
Merels uit de stad zingen complexer, hoger en harder.
Daarbij zijn deze merels groter en zwaarder. Ze zijn
genetisch anders dan hun soortgenoten uit het bos. 
De leefomgeving van merels is bepalend voor hun zang. 
De merels die in het bos leven, vermengen zich niet meer 
met de merels van de stad. 
De merels begrijpen elkaar niet meer. 
Er is sprake van langdurige isolatie 
Een nieuwe soort kan ontstaan

Slide 16 - Slide

Volgende les

Slide 17 - Slide

Argumenten voor evolutie

Slide 18 - Slide

Dezelfde bouwstenen

Slide 19 - Slide

Overeenkomsten in de hoeveelheid van het  DNA



DNA-onderzoek kan vaak vrij nauwkeurige analyses opleveren over de evolutie van een bepaalde diergroep.

Slide 20 - Slide

Homologe evolutie

Slide 21 - Slide

Embyonale ontwikkeling gewervelden

Slide 22 - Slide

Analoge evolutie
Het krijgen van poten en vleugels bijvoorbeeld

Slide 23 - Slide

Fossiele vondsten

Slide 24 - Slide

Hoe ontstaat een fossiel?
Door plotselinge gebeurtenissen waardoor een organisme onder modder of gesteente komt te liggen. De weke delen rotten nog weg maar de harde delen kunnen verstenen door te reageren met de mineralen in de klei, modder, gesteente.

Slide 25 - Slide

Het aflezen van evolutionaire stambomen

Slide 26 - Slide