Minor A2 Unidad 2 parte I CG2_25 nov

Con Gusto 2
Unidad 2
parte I (1 t/m 6TB)
¡Qué descanso!

¿preguntas?
eerst wat herhaling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
spaansHBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Con Gusto 2
Unidad 2
parte I (1 t/m 6TB)
¡Qué descanso!

¿preguntas?
eerst wat herhaling

Slide 1 - Slide

¿Qué es lo más difícil de aprender un idioma nuevo?

Slide 2 - Open question

¿Qué es lo que más te gusta hacer en tu tiempo libre?

Slide 3 - Open question

¿Cuándo fue la última vez que tomaste unas copas con amigos? Geef antwoord in een hele zin en gebruik daarbij een van de opties hace/desde hace/desde

Slide 4 - Open question

¡Qué descanso!
  • lichaamsdelen benoemen
  • ziekteverschijnselen beschrijven
  • beschrijven op welke manier en in welke mate een handeling gebeurt
  • om medicijnen vragen bij de apotheek
  • gewoontes en situaties uit het verleden beschrijven

Slide 5 - Slide

Gramática y vocabulario
¡Qué descanso!

  • lichaamsdelen
  • demasiado, muy, bastante, poco
  • het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden

parte II

  • Imperfecto
  • tijdsaanduidingen in het verleden (a los 16 años, en los años 80...)

Slide 6 - Slide

Nr. 1 TB p. 19
Leemos el texto de la página 19

Slide 7 - Slide

Nr. 2a. TB p. 20 las partes del cuerpo
       welke 5 ontbreken er bij 2a?

Slide 8 - Slide

Nr. 3 TB p. 20 - Me duele todo -> alles doet (me) pijn

Leer y marcar los síntomas de enfermedades

Slide 9 - Slide

/ tos
werkwoorden bij ziekteverschijnselen

Slide 10 - Slide

Spaanse uitspraak bij lettergrepen met een tweeklank?
Er zijn twee soorten klinkers: sterke (a, e, o) en zwakke (i, y, u).
bijv. ue, ie, ai, ia, eu

Een zwakke en een sterke klinker vormen samen één lettergreep en worden een diptongo genoemd. De nadruk ligt daarbij op de sterke klinker. Bijvoorbeeld:
suerte (nadruk op de eerste e) -> (geluk)
sierra (nadruk op de e) -> (bergketen)
baila (nadruk op de eerste a) -> (hij/zij danst)

alergia/terapia -> ¿Cómo se pronuncian? klemtoonregel!!?

Slide 11 - Slide

werkwoord "doler (ue)" -  pijn doen
wie heeft pijn?
el verbo "doler" (ue) - pijn doen
vergelijk met “gustar” 

me
te               duele / duelen                la/el/los/las…
le               
nos
os
les
wat doet er pijn? ev of mv?

Slide 12 - Slide

Nr. 3b TB p. 20
¿Qué te duele? Wat doet je pijn? Wat doet er pijn bij jou
¿Qué le duele? Wat doet u pijn? Wat doet er pijn bij u
¿Dónde le duele? Waar doet het u pijn?
¿Dónde os duele? Waar doet het jullie pijn?
Vul schema aan met voorbeelden

Slide 13 - Slide

practicar en grupos via agenda
Nr. 3c. Posible diálogo entre Prudencio y su médico. 

Kies allemaal een andere dag en maak korte dialoog, bespreek ze samen

daarna werken aan oefeningen werkboek: ej. 1 t/m 5 (kijk hoe ver je komt)

Slide 14 - Slide

Geef een passend doktersadvies in een volledige zin op de volgende opmerking van Prudencio:
"Hola doctor, me duele mucho la espalda." (gebruik de jij-vorm)

Slide 15 - Open question

Nr. 4a TB p. 21 - Sana, sana colita de rana

Slide 16 - Slide

TB p.21 ¿Qué compra en la farmacia?
Prudencio en la farmacia audio 8
4b: 1e x luisteren
4c: 2e keer luisteren
consejos

Slide 17 - Slide

En tu caso, ¿qué es lo que más te produce estrés?

Slide 18 - Mind map

Nr. 6 TB p. 22

Slide 19 - Slide

Adjetivo (bijv.nw) o adverbio (bijwoord)
  • adjetivo = zegt iets over een zelfstandig naamwoord en richt zich naar dat zelfst.nw.
 Por ejemplo: una casa bonita

  • adverbio = zegt iets over een werkwoord (een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een hele zin en is onveranderlijk .) 
Por ejemplo:  Maluma canta bien/ estudia suficientemente. (Maluma canta muy bien./Es una casa muy bonita.)



Slide 20 - Slide

Nr. 6 Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord
¿Cómo se forma un adverbio? zie p.28 en 8.1

Slide 21 - Slide

Hoe maak je het bijwoord? TB p.125 en 126
Het bijwoord (adverbio) vorm je door uit te gaan van de  vrouwelijke vorm van een bijv.nmw. (adjetivo) en daar -mente achter te zetten:  
tranquilo         tranquilamente
rápido              rápidamente             Let op; accenten blijven staan!
Eindigt een bijv.nmw. op een -e of medeklinker, dan komt -mente er direct achter:
agradable      agradablemente
regular            regularmente


Slide 22 - Slide

¡Ojo!
  • onregelmatig: bueno-bien; malo-mal   (adj-adv)
  • mucho en poco= bijv.nw én bijwoord   
  • rápido en claro hebben 2 vormen als bijwoord:  rápido/rápidamente en claro/claramente

TB nr. 6c p.22 
WB oefening 12 p.21

Slide 23 - Slide

En grupos, parte 2

Nr. 6c TB maken
Nr. 1-12 WB (af-)maken

Er staan extra opdrachten op de portal:
persoonlijk vnw en Indefinido
 + TT h.1 en 2 (na lesweek 2 maken)


Slide 24 - Slide