L18

mandarijn - druif - kiwi - banaan
Dat is allemaal ...
A
groenten
B
vlees
C
fruit
D
snoep
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NederlandsLager onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

mandarijn - druif - kiwi - banaan
Dat is allemaal ...
A
groenten
B
vlees
C
fruit
D
snoep

Slide 1 - Quiz

zalm - paling - kabeljauw...
Dat past allemaal bij:
A
knuffels
B
vissen
C
dieren
D
kleding

Slide 2 - Quiz

Welke woord past bij de categorie (paraplu) kleding:

Slide 3 - Open question

Welke woord past bij de categorie (paraplu) meisjesnamen:

Slide 4 - Open question

Ik ren even hard als een auto.
Dit is...
A
een straffe stoot
B
een stommiteit.

Slide 5 - Quiz

Ik kan mijn vader boven mijn hoofd tillen.
Dat is...
A
een straffe stoot.
B
een stommiteit.

Slide 6 - Quiz

Ik gaf hondenbrokken aan mijn konijn. Dat is...
A
een straffe stoot.
B
een stommiteit.

Slide 7 - Quiz

Ik stopte mijn kleren in de vaatwasser.
Dit is...
A
een straffe stoot.
B
een stommiteit.

Slide 8 - Quiz

Typ één werkwoord.

Slide 9 - Mind map

De juf fietste gisteren naar huis.
A
nu
B
vroeger

Slide 10 - Quiz

Vorige week was het vakantie.
A
nu
B
vroeger

Slide 11 - Quiz

Papa wast de kleren van Pia.
A
nu
B
vroeger

Slide 12 - Quiz

De kinderen gingen wandelen.
A
nu
B
vroeger

Slide 13 - Quiz

Welk woord hoort hierbij?
A
artikel
B
dwaze dingen
C
kuchen
D
record

Slide 14 - Quiz

Welk woord hoort hierbij?
A
artikel
B
dwaze dingen
C
kuchen
D
record

Slide 15 - Quiz

Welk woord hoort hierbij?
A
artikel
B
dwaze dingen
C
kuchen
D
record

Slide 16 - Quiz

Welk woord hoort hierbij?
A
artikel
B
dwaze dingen
C
kuchen
D
record

Slide 17 - Quiz