1 - Introductie, brainstorm, mindmap

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Log alvast in via LessonUp

Lees dit gedicht van Marieke Lucas Rijneveld (2022)

Waar zou dit gedicht over kunnen gaan?

Wie of wat is jouw figuurzaag?

Jouw beheersing van en leerdoel bij schrijven

Waarom gaan we schrijven?

Waarom is schrijven zo lastig?

Eerlijk schrijven. Schrijfopdracht over jou.

Aan de slag de module schrijfvaardigheid

Lessen Nederlands

1 instructieles

Praktische informatie, theorie, uitleg, oefenen

1 werkles

Zelfstandig en in stilte werken aan je voortgang

modulewijzer (elo), lezen in je boek

Hoe goed ben jij in schrijfvaardigheid?

😒🙁😐🙂😃

Wat is jouw leerdoel binnen schrijfvaardigheid?

architect

beeldhouwer

Wat voor type schrijver ben jij?

Start relatief snel aan de opdracht

Krijgt ideeën tijdens het schrijven

Heeft een idee nodig om te schrijven

Maakt een bouwplan met lijstjes

Schrijven is een complex proces

Werk individueel of in een tweetal aan de opdrachten,

Je hebt 5 minuten de tijd om de 

vragen te beantwoorden.

Noem 3 verschillen tussen een betoog en een beschouwing.

Tip: denk aan tekstdoel, tekststructuur en de rol van de auteur.

Bedenk 3 vragen die je als basis kunt gebruiken voor een bouwplan bij een beschouwing over lezen van literatuur onder jongeren.

Onderwerp

Vraagstelling (samen in het midden)

Vertakkingen:

Probleem

Oorzaken

Gevolgen

Oplossingen

Brainstorm over het klimaat

Maak een mindmap op A3-papier

Open de module schrijven over klimaatproblemen.

Ga naar  § 2.3 (bij vraag 13)

Kies een van de onderwerpen uit de lijst.

Onderwerp

Vraagstelling (samen in het midden)

Vertakkingen:

Probleem

Oorzaken

Gevolgen

Oplossingen

Draai het papier door naar de volgende leerling.

Vul aan, zorg voor verdieping.

Probleem

Oorzaken

Gevolgen

Oplossingen

Draai het papier met de mindmap weer door.

Schrijf nu een korte samenvatting van een beschouwing waarin alle elementen die rechts staan zijn verwerkt.

Draai het papier weer door. 

Geef feedback op formulering, taalverzorging en samenhang.

Pas de tekst aan door passende signaalwoorden toe te voegen. (zie hints)

signaalwoorden

Oorzaak-gevolg (doordat, daardoor, waardoor)

Toelichtend (zo, zoals, bijvoorbeeld)

Voorwaardelijk (als, indien)

Redengevend (daarom, omdat, want)

Doel-middel (om te, zodat, opdat)

Studiewijzer

Doen:

Lees paragraaf 2.1 tot en met 2.3 helemaal door.

Kies boek 3 (leesniveau 2 of 3 op leesadviezen.nl of lezenvoordelijst.nl ) en lees thuis in het boek.

Maken:

Maak opdracht 10 t/m 16.

Werk eventueel door met de opdrachten van de eerstvolgende week (je hebt dan uiteindelijk meer tijd voor het schrijven van de tekst .

Lees in boek 3 (haal het dus snel in huis)