Fictie 9 HV2 les 12 H37 plot wk 42-1

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welkom 
Doe je telefoon in de telefoontas. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je lesboek, schrift en etui.
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Slide 4 - Slide

Vandaag
Stil lezen

Uitleg H37 Plot

Herhaling H23 fictie - ruimte

Keuze (lezen, PO, huiswerk maken, bordspel of oefenen werkwoordspelling)



Slide 5 - Slide

Stil lezen
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Te behandelen Kern P1


Taalverzorging
H12, 13, 27, 28, 42, 43

Fictie
7, 8, 22, 23, 37, 38





Slide 7 - Slide

Datum inleveren PO en fictie
2F/2H
Inleveren PO vrijdag 3 november
Toets werkwoordspelling vrijdag 10 november

2G
Inleveren PO dinsdag 31 oktober
Toets werkwoordspelling dinsdag 7 november

Slide 8 - Slide

Lesdoelen 
H37


Je leert wat een plot is en hoe een schrijver spanning creëert in een verhaal. 

Slide 9 - Slide

Herhaling vorige les

H23 ruimte


Slide 10 - Slide

Voorbeelden
  • Voorwerpen: flikkerende lampen, een kerstboom, een ambulance voor de deur.
  • Geluiden: geraas van verkeer, een tikkende klok, een glas dat kapot valt.
  • Weer en seizoenen: stralende zon, miezer, bittere vrieskou. 
  • Tijdperken: het heden, een jaar (1940), een verre toekomst.
  • Culturen: typische Japanse gerechten, personages met een dialect, jongerencultuur. 


Slide 11 - Slide

Ruimte
* Ruimte is de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt, waarin personages zich bewegen. 
* Onder ruimte verstaan we niet alleen fysieke ruimtes, zoals een slaapkamer of een park, maar alle omschrijvingen over de omgeving. 

Slide 12 - Slide

Beschrijven van ruimtes in een verhaal
Een schrijver beschrijft ruimtes omdat dit een functie heeft in het verhaal, bijvoorbeeld om gebeurtenissen te omschrijven of om een bepaalde sfeer weer te geven.

Een ruimtebeschrijving kan ook spanning creëeren doordat het juist contrasteert met de beschreven gebeurtenissen. 

Slide 13 - Slide

Huiswerk nakijken

H23 opdr. 1 t/m 3 & 6 t/m 8


Slide 14 - Slide

Uitleg H37 Plot

Slide 15 - Slide

Plot

Een verhaal gaat ergens over. 
Het begin, verloop en einde van wat een personage meemaakt, noem je een verhaallijn of ook wel een plot van het verhaal. 

Spanning ontstaat doordat je het einde van het verhaal nog niet kent. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Springen tussen verhaallijnen
  • In een verhaal heb je naast het hoofdpersonage ook nog andere personages. 
  • In een boek/verhaal zie je vaak dat de schrijver overspringt op het perspectief van een ander personage. 
  • Zo houdt de schrijver de lezer in spanning over hoe het verhaal verder gaat. 

Slide 18 - Slide

Afkappen van de verhaallijn
Het afkappen van de verhaallijn noem je een cliffhanger
De aflevering stopt wanneer de spanning het grootst is. 

In een verhaal kan de schrijver dit doen door het hoofdstuk op het spannendste moment te laten eindigen. 

Slide 19 - Slide

Uitstellen van de ontknoping
De schrijver kan de ontknoping van een verhaal of film ook uitstellen

Als lezer/kijker wil je graag weten hoe het verhaal afloopt. 

Deze techniek wordt vaak toegepast in detective- en misdaadseries. 

Slide 20 - Slide

Plotwendingen
Een schrijver kan je op het verkeerde spoor zetten

Je denkt dat je weet hoe het verhaal verder gaat, maar ineens blijkt het helemaal anders te zijn. 

Slide 21 - Slide

Filmpjes
Hieronder vinden jullie verschillende filmpjes over literaire bouwstenen. 

Bestudeer deze nog eens goed. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Huiswerk
Noteer in je agenda!


H37 maken opdr. 1 t/m 3 en 6 t/m 8


Slide 25 - Slide

Aan de slag 
KEUZE

  • Doe het bordspel werkwoordspelling in een groepje van vier
  • Ga lezen
  • Ga aan de slag met je PO
  • Maak je huiswerk
  • Maak opdrachten werkwoordspelling
Huiswerk
H37 opdr. 1 t/m 3 en 6 t/m 8

Slide 26 - Slide


Is de opdracht duidelijk?

Slide 27 - Slide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik weet wat een plot is en welke technieken een schrijver kan gebruiken om spanning in een verhaal te creëren. 


Slide 28 - Slide

Volgende les


We gaan verder met fictie H38 fictie - motief.

Slide 29 - Slide

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 30 - Slide

Fijne dag

Slide 31 - Slide