kraken, blokschema's en additiereacties

Iedereen met vragen over de lesstof

graag bij de voorste tafels gaan zitten 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Iedereen met vragen over de lesstof

graag bij de voorste tafels gaan zitten 

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag 
Eerste uur
  • Mededelingen
  • Uitleg over kraken en blokschema's 
  • Ruimte voor vragen over de lesstof/weektaak
Tweede uur
  • Werken aan  weektaak
  • Uitleg additiereactie's 

Slide 2 - Slide

Aanpassing planning 

Weektaak deze week:
paragraaf 2.2: 19 t/m 22, 24 en 31
paragraaf 2.3: 32, 34 a en b, 36 t/m 39, 41





Slide 3 - Slide

Waarover gaat de toets?

- Hoofdstuk 1 en 2 
- Herhaling klas 3 komt in een aantal vragen terug 
(bijv. een reactievergelijking of een berekening met de dichtheid)

Slide 4 - Slide

Verschillende notaties

Slide 5 - Slide

Kraken 

Slide 6 - Slide

Dit proces levert soms te weinig van een bepaald fractie op...

Slide 7 - Slide

Kraken
Het ‘in stukken breken’ van grote koolwaterstofmoleculen

Slide 8 - Slide

Kraken
De vorm die jullie moeten kennen:

Je begint met een alkaan
Er ontstaan een alkaan en een alkeen

Slide 9 - Slide

Voorbeeld: Bij het kraken van dodecaan (C12H26) ontstaan octaan (C8H18) en een andere stof. Geef de reactievergelijking.

Slide 10 - Slide

Voorbeeld: Bij het kraken van dodecaan (C12H26) ontstaan octaan (C8H18) en een andere stof. Geef de reactievergelijking.



Het molecuul wordt bij het kraken in tweeën gesplitst. Eén stof die ontstaat is gegeven, de andere is het overblijfsel:

C12H26 --> C8H18 + C4H8

Slide 11 - Slide

Bij het kraken van icosaan (C20H42) ontstaan octaan (C8H18) en een andere stof. Geef de reactievergelijking in molecuulformules

Slide 12 - Open question

Antwoord
C20H42 --> C8H18 + C12H24

Slide 13 - Slide

Blokschema's
blokschema's: manier om chemische processen weer te geven 
reactievat: wat gebeurt er? 
Stofstroom A
Stofstroom B
Stofstroom C
In vak: wat gebeurt er?

Bij pijl: welke stof(fen) gaan erin/-uit?

Slide 14 - Slide

Opgave 24 
reactievat: wat gebeurt er? 
Stofstroom A
Stofstroom B
Stofstroom C

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Welke vragen hebben jullie?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

  • Het broommolecuul gaat boven de dubbele binding liggen; 
  • De dubbele binding klapt open en de binding tussen de broommoleculen verdwijnt;
  • Aan ieder van de twee C-atomen rondom de binding gaat een broomatoom vast zitten.
  • (Tussensituatie hoef je niet te kennen)
  • Dit proces kan worden toegepast op ieder alkeen


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Opgave 32

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Aan de slag 
34 a en b, 35, 36 en 40 (par. 2.3)

Slide 34 - Slide

Aan de slag 
33, 34, 35, 36 en 40 (par. 2.3)
Oefenopgaven additie en substitutie
Narcosemiddel (toepassen hoofdstuk 2)
(HW voor vrijdag 28-10)

Slide 35 - Slide