H10 - Participatiewet (bijstand)

H10 - Participatiewet (bijstand)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

H10 - Participatiewet (bijstand)

Slide 1 - Slide

1. Wat is één van de voorwaarden van de bijstandsuitkering
A
Je hoeft niets te doen totdat je een brief van de gemeente ontvangt
B
Je moet je inschrijven als werkzoekende bij het UWV
C
Je moet direct een sollicitatiegesprek plannen bij een werkgever
D
Je moet wachten tot het UWV contact met je opneemt

Slide 2 - Quiz

2. Welk percentage van het wettelijk sociaal minimum (de bijstandsnorm) ontvangt een alleenstaande persoon die recht heeft op bijstand?
A
50%
B
70%
C
90%
D
100%

Slide 3 - Quiz

3. Vanaf welke leeftijd telt een medebewoner mee voor de toepassing van de kostendelersnorm in de bijstand?
A
18 jaar
B
21 jaar
C
23 jaar
D
27 jaar

Slide 4 - Quiz

4. Welke van de onderstaande voorwaarden moet je vervullen om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering?
A
Je moet jonger zijn dan 18 jaar
B
Je moet in Nederland wonen en onvoldoende inkomen of vermogen hebben
C
Je mag geen inschrijving hebben bij het UWV
D
Je moet een vaste baan hebben van minimaal 20 uur per week

Slide 5 - Quiz

5. Wanneer is er volgens de Participatiewet sprake van een gezamenlijke huishouding, wat invloed heeft op de hoogte van de bijstandsuitkering?
A
Als twee mensen samen een woning delen, ongeacht hun relatie
B
Als twee mensen op hetzelfde adres staan ingeschreven bij de gemeente
C
Als twee mensen samen in één woning wonen en voor elkaar zorgen
D
Als twee mensen beiden ouder zijn dan 27 jaar

Slide 6 - Quiz

6. Wat is het gevolg voor de bijstandsuitkering als twee mensen een gezamenlijke huishouding vormen en één van hen een baan krijgt met een bovenmodaal inkomen?
A
De bijstandsuitkering blijft gelijk, omdat alleen het inkomen van de uitkeringsontvanger telt
B
De bijstandsuitkering wordt lager, maar stopt niet volledig
C
Er verandert niets zolang ze niet getrouwd zijn
D
De bijstandsuitkering stopt volledig, omdat het gezamenlijke inkomen te hoog is

Slide 7 - Quiz

7. Wat wordt verstaan onder een meerpersoonshuishouden bij het aanvragen van een bijstandsuitkering?
A
Een huishouden dat bestaat uit één volwassene met kinderen onder de 18
B
Een huishouden waarin meerdere meerderjarige personen samenwonen en gezamenlijk de kosten delen
C
Een huishouden waarin minimaal één persoon een eigen inkomen heeft
D
Een huishouden dat bestaat uit twee mensen die geen gezamenlijke bankrekening hebben

Slide 8 - Quiz

8. Wat gebeurt er met de bijstandsuitkering van de andere personen in een meerpersoonshuishouden als één van de huisgenoten een baan vindt met een inkomen boven het bijstandsniveau?
A
De bijstandsuitkering van de andere huisgenoten blijft hetzelfde, zolang zij zelf geen inkomen hebben
B
De bijstandsuitkering van de andere huisgenoten wordt verlaagd, maar stopt niet volledig
C
De bijstandsuitkering van de andere huisgenoten stopt volledig, omdat het inkomen van de huisgenoot wordt meegeteld
D
De bijstandsuitkering van de andere huisgenoten wordt verhoogd, omdat het inkomen van de huisgenoot meetelt

Slide 9 - Quiz

9. Wat is het maximale bedrag aan vermogen dat een alleenstaande ouder mag bezitten om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering?
A
€7575,-
B
€10.000,-
C
€15.150
D
€ 17.500,-

Slide 10 - Quiz

10. Op welke leeftijd moet de stoornis of beperking ontstaan om in aanmerking te komen voor een Wajong-uitkering?
A
Voor je 18e jaar
B
Voor je 21e jaar
C
Voor je 24e jaar
D
Voor je 30e jaar

Slide 11 - Quiz