17-11-2020 (3gt3)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Planning

1. Grammar (may<>might en past continuous)

2. Zelfstandig werken

3. Pauze

4. Zelfstandig werken

5. Activity

- Weet je wanneer je may / might gebruikt

- Weet je wanneer en hoe je de past continuous
gebruikt

Aan het einde van deze les...

1. Past continuous

Je gebruikt de past continuous als je zegt wat er op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of wat je toen aan het doen was

Tijdens de uitleg:
- Ben je stil

- Steek je je vinger op als je iets wilt zeggen / vragen

1. past continuous

My sister was playing the piano

The children were singing a song

Je maakt de past continuous met de verleden tijd van to be (was / were) + werkwoord + -ing.

I was talking

You were walking

He/she/it was dancing

We were swimming

You were listening

They were singing

Vul in (gebruik de past continuous)
I ........ (to dance) when you called me.

1. dance
2. danced
3. was dancing
4. were dancing

She ...... (to sleep) when you came home last night

1. was sleeping
2. sleep
3. sleeping
4. were sleeping

They ....... (to wait) for us when we got off the plane.

1. waited
2. were waiting
3. was waiting
4. will wait

Past continuous

We gaan zo twee keer naar een raadsel luisteren...

- Schrijf de zinnen op die in de 'past continuous' staan

- En probeer het raadseltje op te lossen... ;) 

Past continuous

Past continuous

1. The gardner was cutting bushes

2. The math teacher was holding a mid-year test

3. The coach was playing basketball

Past continuous

1. The gardner was cutting bushes

2. The math teacher was holding a mid-year test

3. The coach was playing basketball

Ontkennend maken...

1. The gardner wasn't cutting bushes

2. The math teacher wasn't holding a mid-year test

3. The coach wasn't playing basketball

Past continuous

1. The gardner was cutting bushes

2. The math teacher was holding a mid-year test

3. The coach was playing basketball

Vragend maken...

1. Was the gardner cutting bushes?

2. Was the math teacher holding a mid-year test?

3. Was the coach playing basketball?

Maak de zin ontkennend:
James was baking a cake.

Maak de zin vragend:
Denise and Julie were eating dinner.

Lees grammar 3.1 may <> might door.
Begrijp je dit of heb je hier nog vragen over? Stel je vragen hieronder!

2. Zelfstandig werken

Maken:

Unit 3, lesson 1 (reading)

Opdr. 1 tot en met 8

Klaar?

- Steek je vinger op :)

Tijdens het werken:

- Mag je overleggen in fluistertoon

- Mag je naar muziek luisteren

4. Activity 

Vocabulary unit 2.1 

https://quizlet.com/_923czn?x=1jqt&i=39ldjr

Je gaat leren / oefenen met de woordjes met behulp van quizlet. Na afloop doen we hier een activiteit mee!

- Fluistertoon

- Muziek mag

- 15 minuten

Huiswerk (morgen 18-11):

- Opdracht 1 tot en met 8 

   (unit 3.1)

Klaar?

Rood --> Practise more

Groen --> Get ahead 

Doelen checken:
Weet je wanneer je may / might gebruikt?

1. Ja
2. Nee

Doelen checken:
Weet je wanneer / hoe je de past continuous gebruikt?

1. Ja
2. Nee