Toetsbespreking H4 T3 2020-2021

toetsbespreking
H4 T3 2024-2025
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

toetsbespreking
H4 T3 2024-2025

Slide 1 - Slide

vraag 1 max 2p
Tekst 1 hoort bij de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Tekst 2 hoort bij de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
/ de groei van het Romeins imperium
Tekst 3 hoort bij de het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Tekst 4 hoort bij de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid


Slide 2 - Slide

vraag 2 max 2p
De juiste volgorde is:
5,2,6,3,1,4

Slide 3 - Slide

vraag 3 max 4p
KA= Het veranderende mens- wereldbeeld van de renaissane en het begin van een nieuwe wetenschappelijke revolutie, dit KA past hier bij omdat in de renaissance hielden mensen zich bezig met de wetenschap, de werken van de filosoof Plato werden vertaald. En er kwam een academie om dat ze zich bezig hielden met de wetenschap

KA=  De hernieuwde oriëntatie op hetcerfgoed van de klassieke oudheid. Ze gingen het werk van de Griekse Filosoof gingen vertalen.


Slide 4 - Slide

vraag 4 max 2p
Verspucci schreef bewust weinig informatie op over de routes aan de brieven naar de koning, omdat hij niet wilde dat deze informatie ( die toen die tijd heel waardevol was) niet in de verkeerde handen terecht kwam. Verspucci had dus een vaarroute naar Amerika gevonden, maar tijdens de vaarroutes waren er veel piraten die schepen kaapte en daarmee zou ook zijn belangrijke informatie in de verkeerde handen terecht komen.


Slide 5 - Slide

vraag 5  max 4p
Uit de prent kan je zien dat de opstand een militair en Religieus conflict was omdat je op de achtergrond van de prent een stad in brand ziet, dit kan gezien worden als waarschuwing van wat alva kan doen als de opstand zo verder gaat. 

Ook kan je zien dat er verschillende slechte dingen uit de bijbel getoond worden. Zoals hebzucht en Eerzucht terwijl juist het vertrouwen in god de provincies bij elkaar probeert te houden. Dit is wat Filips wou dat de republiek ging doen, weer geloven in god op de katholieke manier.


Slide 6 - Slide

vraag 6    max 4p
− In de bron lees je dat het stadsbestuur van Tiel het verbiedt om de schoen te zetten en stalletjes met lekkernijen buiten te zetten tijdens het sinterklaasfeest. Omdat sinterklaas een katholiek feest is en het stadsbestuur het vieren van dit feest wil verbieden, kan je ervan uit gaan dat de meeste mensen in het stadsbestuur protestants waren en dus aanhangers van de reformatie

Slide 7 - Slide

vraag 7.  max 2p
− KA ‘De wetenschappelijke revolutie’. Want ze bestuderen de planten die werden verzameld in deze botanische tuinen.

- KA ‘wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie’. Omdat deze planten werden verzameld uit allerlei verre landen wat duidt op wereldwijde handel

Slide 8 - Slide

vraag 8  max. 3p
– Lodewijk XIV laat met dit beeld zien dat hij de belangrijkste persoon is en zijn wil wet is omdat hij zich laat afbeelden als een romeinse keizer

– De herroepping van het Edict van Nantes past bij zijn beleid op religieus gebied omdat hij katholiek is en alleen het katholieke geloof wil toestaan

Slide 9 - Slide

vraag 9 max  3p
– De burgerlijke cultuur van de Republiek was terug te zien in de politiek doordat de rijke regenten het bestuur vormden en zij waren niet van adel. 

– De burgerlijke cultuur van de Republiek was terug te zien in de kunst doordat het dagelijks leven van burgers werd geschilderd. 


Slide 10 - Slide

vraag 10. max. 4p
– De bron past bij 'het ontstaan van wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie', want uit de bron blijkt dat de kooplieden zoeken naar andere routes (die de opkomst van de wereldhandel bevorderen), waardoor je hier kunt spreken van verandering (ten opzichte van de middeleeuwen)

– Deze bron past minder bij 'de wetenschappelijke revolutie', want de koopman kiest in zijn zoektocht naar andere routes geen wetenschappelijke aanpak maar redeneert vanuit de Bijbel / hanteert godsdienstige argumenten, waardoor je hier kunt spreken van continuïteit (met middeleeuwse opvattingen) 

Slide 11 - Slide

vraag 10  max 4p
Het tweede kenmerkend aspect is het kenmerkend aspect: "De wetenschappelijke revolutie". Dit kenmerkend aspect past NIET bij het stukje tekst: In de laatste zin van dit stukje tekst wordt benoemd dat er nergens in de bijbel staat dat er voor Zondvloed al schepen of schuiten waren. Tijdens de wetenschappelijke revolutie begonnen mensen hun kennis te halen door Zintuigen of logisch nadenken. Er wordt in dit stukje tekst nog steeds van uit gegaan dat wat er in de bijbel staat klopt. Daarom past deze tekst niet bij de wetenschappelijke revolutie. Dit kenmerkend aspect is wel een goed voorbeeld van Continuïteit ten opzichte van voor de renaissance. Tijdens de middeleeuwen was de bijbel het centrum van leven. Al hun kennis kwam uit de bijbel, in dit stukje tekst wordt de kennis over schepen gehaald uit de bijbel. Daarom is het continuïteit.

Slide 12 - Slide

vraag 11  max 2p
– A en 1 Montesquieu legt uit hoe de (aangeboren) vrijheid van de mens gewaarborgd wordt.
– A en 4 Montesquieu legt de scheiding der machten uit.
EN
– B en 1 Diderot legt uit dat de vrijgeboren mens niet (als slaaf) mag worden verhandeld.
EN
– C en 2 Rousseau legt uit hoe het volk zijn soevereiniteit vormgeeft in de wet.
EN
– D en 3 Locke legt uit dat kennis al lerend ontstaat en niet gegeven is. Daarom hebben lerende burgers het recht en de mogelijkheid de maatschappij te veranderen.


Slide 13 - Slide

vraag 12.  max 2p
bij deze bron past het kenmerkend aspect: voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijke bestuur op eigentijdese verlichte wijze vorm te geven ( verlicht absolutisme). Omdat in de bron word gezegd: ' ik heb in Pruisen lijfeigenschap afgeschaft en barbaarse wetten veranderd, redelijke wetten uitgevaardigd'. In de tekst verteld Vrederik de grote wat voor goede dingen hij allemaal gedaan heeft voor het volk, dit past bij het verlicht absolutimse waarin leiders dingen doen voor het volk.

Slide 14 - Slide

vraag 13. max 3p
1. Barras was 1 van de 5 directeuren van de franse regering. Dit doelt op de 3e fase van de Franse Revolutie; het Directoire. Het Directoire was het bestuur van Frankrijk nadat Robespierre onthoofd werd.
2. In samenwerking met Joseph Fouché laat hij Robespierre arresteren. Dit doelt op de 2e fase van de Franse Revolutie; De Terreur. De Terreur was onderleiding van Robespierre en het hield in dat er duizenden mensen heeft laten onthoofden.
3. Barras raaakt per ongeluk bertrokken bij de bestorming van de Bastille. Dit doelt op de 1e fase van de Franse Revolutie; de bestorming van de Bastille. Dit was het directe begin van de Franse Revolutie.

Slide 15 - Slide

vraag 14 max 2p
De Amerikaanse onafhankelijkheidstrijd is gebaseerd op de Verlichtingsidealen vrijheid en gelijkheid.
Dat zie je in fragment 1 omdat er gezegd wordt dat alle mensen gelijk zijn.
Dat zie je terug in fragment 2 omdat er gezegd wordt dat regeringen de vrijheid van hun burgers niet mag beperken.


Slide 16 - Slide

vraag 15. max 2p
Het is verstandig om deze tekst te gebruiken omdat de tekst aantoont dat slavernij niet loont (zonder extreem geweld) waardoor slavenhouders misschien stoppen met slavenhouden wat help in de strijd om het afschaffen van de slavernij

Of

Het was niet verstandig om deze tekst te gebruiken omdat Adam Smith juist zegt dat een slaaf alleen maar werkt bij extreem geweld en dat geeft een soort vrijbrief aan slavenhouders om meer geweld te gebruiken in plaats dat het helpt in de strijd om het afschaffen van de slavernij

Slide 17 - Slide