1.4 Help de prijzen stijgen!

Paragraaf 1.3/1.4
Help de prijzen stijgen!
Indexcijfers + CPI 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 1.3/1.4
Help de prijzen stijgen!
Indexcijfers + CPI 

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Leerdoelen (2 min);
- Uitleg/aan de slag (30 min); 
- Zelf aan de slag! (15 min). 
- Exit ticket (3 min). 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Je weet waar je indexcijfers zijn.
Je kunt aan het einde van de les rekenen met indexcijfers.
Je weet wat inflatie/deflatie is. 
Je kunt uitleggen wanneer de koopkracht daalt of stijgt. 

Volgende les: CPI berekenen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Een indexcijfer geeft aan hoeveel procent een getal verschilt van een ander getal. 

  • Cijfers kun je vergelijken door te werken met indexcijfers
  • Cijfers worden vergeleken t.o.v. een basisjaar. 
  • Het indexcijfer van het basisjaar is ALTIJD 100.
Indexcijfer:
laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode (=het basisjaar).

Slide 5 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Slide 6 - Slide

FOTO LASOURIS ANDERE PRIJS
2020

Slide 7 - Slide

FOTO LASOURIS
€ 1650,-
2023

Slide 8 - Slide

1500
1650
100
2020
2023

Slide 9 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
  • (getal van nieuw jaar : getal van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Wat is indexcijfer van 2015 en 2016?

Slide 10 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Indexcijfer 2015 = 2,51 : 2,75 x 100 = 91

Slide 11 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Indexcijfer 2016 = 2,78 : 2,75 x 100 = 101

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Koopkracht

Slide 14 - Slide

inkomensstijging > prijsstijging
koopkracht neemt toe
inkomensstijging < prijsstijging
koopkracht neemt af

Slide 15 - Slide

Oorzaken inflatie
  • Loonverhoging
  • Hogere grondstofprijzen zoals olie en graan
  • Meer vraag van consumenten naar goederen of diensten dan aanbod
  • Minder aanbod van producten
  • Hogere belastingen (BTW) of andere heffingen door de overheid

Slide 16 - Slide

Gevolgen van inflatie

Slide 17 - Slide

Wat is het reële inkomen bij een loonstijging van 3% en een inflatie van 4% ?
A
gedaald met 1%
B
gestegen met 1%
C
3%
D
4%

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Alles t/m 1.4. Sla CPI als je het niet snapt over. 
Hoe? Je mag overleggen. 
Klaar? Leren voor de toets (volgende week donderdag).

Slide 19 - Slide

Leerdoelen

Je weet waar je indexcijfers zijn.
Je kunt aan het einde van de les rekenen met indexcijfers.
Je weet wat inflatie/deflatie is. 
Je kunt uitleggen wanneer de koopkracht daalt of stijgt. 

Volgende les: CPI berekenen

Slide 20 - Slide

Patatprijs
2016 - €3,10 - indexcijfer 100
2017 - €3,00 - indexcijfer ?
Bereken het indexcijfer van 2017
Geef aan of het inflatie of deflatie is.

Slide 21 - Open question