2223 H5 PTA 3 L04 Communisme indammen: Trumandoctrine & Marshall

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Slide

West
Oost
Land
Land
Ideologie
Ideologie
De staat
De staat
Gedeelte van Europa: 
Gedeelte van Europa: 

V.S.
S.U.
communisme
kapitalisme
Nederland, Belgie, Frankrijk, VK, Spanje, Portugal 
totalitaire dictatuur
democratie
Polen, SU, Tsjechie-Slowakije, Hongarije, Roemenie, Bulgarije 

Slide 2 - Drag question

HC 2 Duitsland

Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de
geschiedenis van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)?

HC 3 Nederland

Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland van
1948 tot 1978?

Kenmerkende aspecten: 
-De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
-De eenwording van Europa
-De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw
aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
Kenmerkende aspecten: 
-De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 
-De eenwording van Europa
-De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw
aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Voor deze les:
2. Je weet waarom Duitsland in 1945 ontwricht was op sociaal, economisch, politiek en moreel vlak
3. Je weet welke vier landen Duitsland verdeelden in bezettingszones
Na deze les: 
7. Je weet dat Stalin in Oost-Europa communistische regimes installeerde en in deze landen de communistische ideologie doorvoerde
8. Je weet dat Amerika als antwoord op het installeren van de communistische regimes een dam opwierp tegen communistische expansie in Europa door:
- Via de Trumandoctrine politieke en militaire steun te leveren aan landen die dreigden communistisch te worden en
- Via het marshallplan financiëel te ondersteunen tijdens hun wederopbouw (om zo te voorkomen dat zij communistisch werden) en
- Europese eenwording via de EEG en de NAVO te stimuleren (om via kapitalistische systeem en onderlinge handel economisch samen te werken tegen het communisme)


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Drag question

In Oost-Europa: Volksdemocratiëen (1947)
In Oost-Europa: 'Volksdemocratiëen' (1947)
Dit zijn satellietstaten

Slide 7 - Slide

Invloedssferen

Slide 8 - Slide

Stalin' zijn buitenlandse politiek in Oost-Europa
  • Beschermen tegen westerse agressie ! ALLE OORLOGEN KOMEN VANUIT EUROPA!
  • Dus: Bufferzone ondersteunen communistische partijen in Oost-Europa 
  • Dus: Satellietstaten oprichten: Een onafhankelijk land dat moet luisteren naar een ander land. 
  • Dat betekent: Alle  landen in Oost-Europa communistisch maken door: 1) alleen communistische partijen te ondersteunen & 2) communistische partijen helpen de verkiezingen te winnen en een dictatuur te starten.

Slide 9 - Slide

Truman-doctrine (1947): politiek

Slide 10 - Slide

Amerikaanse buitenlandse politiek na 1947
Voorkomen dat meer landen communistisch worden (Containmentpolitiek) Door: 

  • (1947)Beschermen van vrijheid en democratie (Trumanleer)

  • (1947)Actief helpen bij de wederopbouw van Europa (Marshallplan) -> Ned & BRD

Slide 11 - Slide

Trumandoctrine en Marshallplan
Na WO II lag de EU in puin  president VS Truman was bang dat door de armoede in Europa zou zorgen voor meer aanhang van het communisme, dus oplossing = Trumandoctrine (vorm containmentpolitiek: communisme inperken):
Militaire steun.
Economische steun: 1948: Marshallplan: economische steun bij de wederopbouw aan alle Europese landen.
Stalin weigert Marshallhulp voor landen in zijn invloedssfeer, dus Oostblok, want deze hulp was ‘westers imperialisme’.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Blokvorming
= Europa raakte steeds meer verdeeld in twee invloedssferen (die twee tegenovergestelde ideologieën hadden).
Westblok onder leiding van de Verenigde Staten (= blauw).
Oostblok onder leiding van de Sovjet-Unie (= rood).

Slide 15 - Slide

Bij welk antwoord staan allemaal landen die tijdens de Koude Oorlog tot de invloedssfeer van de Sovjet-Unie behoorden?
A
Bulgarije, Litouwen, Roemenië, Polen en Tsjecho-Slowakije
B
Roemenië, Frankrijk, Polen en Denemarken
C
Tsjecho-Slowakije, Nederland, Litouwen, Bulgarije en Frankrijk
D
België, Bulgarije, Roemenië, Denemarken en Tsjecho-Slowakije

Slide 16 - Quiz


De tekening is bedoeld als waarschuwing.
➤Voor welke landen is de waarschuwing bedoeld? 
➤En welke boodschap is in de afbeelding te herkennen?
Gebruik de bron
A
Oost-Europese landen communisten overwinnen alles
B
Oost-Europese landen de kapitalisten vormen een bedreiging
C
westerse wereld de communisten vormen een bedreiging
D
westerse wereld kapitalisten overwinnen alles

Slide 17 - Quiz


Na de Tweede Wereldoorlog werden sommige staten in Europa satellietstaten genoemd.

➤Wat voor regeringen waren aan de macht in deze satellietstaten?
A
communistische regeringen
B
democratische regeringen
C
kapitalistische regeringen
D
liberale regeringen

Slide 18 - Quiz

Juist
Onjuist
Beide machtsblokken hebben ook een militair bondgenootschap gesloten met de bijbehorende landen

Het IJzeren Gordijn scheidt Oost- en West-Berlijn van elkaar

In de Sovjet-Unie wordt veel geld verdiend door het kapitalisme

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vertrouwen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie elkaar niet, ook al werkten zij samen

Berlijn ligt in de Sovjet-Zone en komt volledig in handen van de Sovjet-Unie

Amerika wil macht hebben in Europa om zich te beschermen tegen Duitsland

Slide 19 - Drag question

Gebruik in je antwoorden woorden/zinnen als:
De bronmaker is pro-kapitalistisch of pro-communistisch, dus…
De bronmaker bekijkt de wereld vanuit een kapitalistisch/Amerikaanse of communistische/Russische visie/perspectief/bril, dus…

Slide 20 - Open question

is de maker pro-kapitalist of pro-communist? Leg je antwoord uit.
Welke kritiek levert de maker van de bron op het beleid dat in de bron wordt afgebeeld?

Slide 21 - Open question