de wereld van de Oranjes

het Oranje huis
KT2b
1-06-2021

Wat is de volledige naam van Willem Alexander?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

het Oranje huis
KT2b
1-06-2021

Wat is de volledige naam van Willem Alexander?

Slide 1 - Slide

Graafschap Nassau
Prinsdom van Oranje

Slide 2 - Slide

De monarchie in Nederland dateert van
A
1917
B
1795
C
1813
D
1848

Slide 3 - Quiz

het parlement is
A
de regering
B
de Senaat
C
de Tweede Kamer
D
de ambtenaren

Slide 4 - Quiz

In 1815 werd
A
veel macht aan de koning gegeven
B
de 2e Kamer gekozen door de rijke burgers
C
Ned. een parlementaire democratie
D
de 1e Kamer door de provincie gekozen

Slide 5 - Quiz

dat de koning onschendbaar werd betekende dat de koning:
A
de koning kon doen en laten wat hij wilde
B
onder toezicht staat van de regering
C
verantwoording moet afleggen aan het volk
D
verantwoording moet afleggen aan regering

Slide 6 - Quiz

1815
1. Macht koning (Willem I) bleef zeer groot:
- kon ministers benoemen en ontslaan
-ministers moesten aan hem verantwoording afleggen
- kon begrotingen indienen voor een periode van 10 jaar
- Koninklijke Besluiten (geen goedkeuring parlement nodig)
2. Macht 1e (koning benoemd)en 2e Kamer (getrapt gekozen) erg klein.

Slide 7 - Slide

1848
  Thorbecke: liberaal
Algemeen: macht koning nam af, meer invloed parlement
1. Koninklijke onschendbaarheid (Willem II)
2. Ministeriële verantwoordelijkheid
3. 2e Kamer direct gekozen (censuskiesrecht)
4. 1e Kamer indirect (Prov. Staten)
5. Grondrechten uitgebreid:  
Nederland wordt een constitutionele monarchie: koning heeft amper macht en is er voor de ceremonie

Slide 8 - Slide

1917
Pacificatie: drie grote politieke vraagstukken opgelost:
1e politieke kwestie: Kiesrechtvraagstuk (wie mogen stemmen?)
    - algemeen mannenkiesrecht (passief en actief)
    - algemeen passief kiesrecht voor vrouwen
    - actief kiesrecht volgde in 1919
Voorstanders: socialisten en progressief liberalen
Confessionelen hebben problemen met het vrouwenkiesrecht

Slide 9 - Slide

2e politieke kwestie
Financiering bijzonder onderwijs
- bijzonder onderwijs = confessioneel onderwijs, door de Rooms
   Katholieken en protestanten betaald (onder toezicht staat)
- openbaar onderwijs = neutraal onderwijs, door de staat
   georganiseerd en betaald.
Standpunten: - confessionelen: vóór financiering.
                              - liberalen en socialisten: tegen fin. gelijkstelling

Slide 10 - Slide

3e politieke kwestie 
Sociale kwestie = het armoedeprobleem veroorzaakt door de
                                      industrialisatie (slechte werk- en
                                      woonomstandigheden)
Deze kwestie kan niet in een grondwetswijziging worden opgelost. 

de macht van de koning steeds verder ingeperkt 

Slide 11 - Slide

wie heeft er nou meer macht?
de koning of de minister president


vervolgens: ga aan de slag met de weektaak van week 22

Slide 12 - Slide