Les 5

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Les 5 - Nederlands Klas 4

Lezen

Eerst moet je het doel weten. Wat wil je ermee?

1. amuseren
2. informeren
3. opiniëren (mening) 
4. activeren

De belangrijkste leesstrategieën zijn:

- globaal lezen

- zoekend lezen

- intensief lezen

Globaal lezen 

Je leest niet alle tekst, maar alleen de inleiding, de titel, tussenkopjes, bijschrift en de afbeelding. 

Je wilt snel weten waar het over gaat. 

Zoekend lezen 

Je leest de tekst niet helemaal, maar je zoekt alleen naar de info die wordt gevraagd.

Je zoekt bepaalde info in de tekst. 

Intensief lezen 

Je leest de tekst helemaal en en je vraagt je af wat de belangrijkste boodschap is van de schrijver. 

Je moet de tekst heel goed begrijpen. Bijvoorbeeld wanneer je moet leren voor een toets. 

De test

Heb je het begrepen?? 

Je wilt weten wat de nieuwe Playstation kost. Je leest de folder van Mediamarkt online.

1. Globaal lezen
2. Zoekend lezen
3. Intensief lezen

Je bereidt een toets voor het vak aardrijkskunde voor. Je leest in je studieboek.

1. Globaal lezen
2. Zoekend lezen
3. Intensief lezen

Je hebt een nieuwe telefoon gekocht. Je wilt weten hoe je notities kan maken en opslaan. Je leest de gebruiksaanwijzing.

1. Globaal lezen
2. Zoekend lezen
3. Intensief lezen

Je moet een tekst lezen voor het vak muziek. Je wilt snel uitzoeken waar de tekst over gaat.

1. Globaal lezen
2. Zoekend lezen
3. Intensief lezen

Je gaat een chocoladetaart bakken. Je leest in het recept hoe je de taart moet maken.

1. Globaal lezen
2. Zoekend lezen
3. Intensief lezen

Je zit in de wachtkamer van de dokter. Je bladert in een tijdschrift.

1. Globaal lezen
2. Zoekend lezen
3. Intensief lezen

Opdracht

Je krijgt een tekst van je docent. Lees deze tekst globaal. 

1. Waar gaat deze tekst over? 

2. Wat is het tekstdoel? 

Opdracht

Lees de tekst nu zoekend:

1. In welk jaar werd Walter Disney geboren?

2. In welke stad woonde Walter?

3. In welk jaar kwam de eerste lange tekenfilm uit?  

Opdracht 

Lees de tekst nu intensief:

1. Wat is het grote verschil tussen de films van vroeger en nu? 

2. Waarom heeft Walt Disney de film Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen gemaakt

3. Wat hoort er bij het bedrijf Disney? Noem drie dingen.