Het gaat om de medeklinkers: t, x, k, f, s, ch en p.
Wanneer de stam eindigt op een van deze letters, komt er voor het voltooid deelwoord (en de verleden tijd) een T achter. Zo niet, dan een D.
werken - en = stam: werk. VD= gewerkt. VT = werkte
bouwen - en = stam: bouw. VD = gebouwd. VT = bouwde
landen - en = stam: land. VD = geland. VT = landde