D2A factor tussen 0 en 1 en schaal 19-1-21

Welkom!
Ga naar LessonUp.app op je telefoon en vul de code in en je eigen naam.
Zorg ervoor dat je pen, papier en rekenmachine bij de hand hebt.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga naar LessonUp.app op je telefoon en vul de code in en je eigen naam.
Zorg ervoor dat je pen, papier en rekenmachine bij de hand hebt.

Slide 1 - Slide

Planning
  • Absentie doornemen
  • Mededeling
  • Doelen van deze les
  • Herhalen 6.2
  • Uitleg 6.3 en 6.4
  • Differentiatie
  • Huiswerkschema


Slide 2 - Slide

Absentie doornemen

Slide 3 - Slide

Mededeling huiswerk
  • Mocht ik in Magister hebben gezet dat je het huiswerk niet had gemaakt, maar je had het wel gemaakt, laat het me dan even weten via Teams. Soms verwerkt de digitale methode niet goed dat jullie het hebben gemaakt.

Slide 4 - Slide

Doelen van deze les
Aan het einde van de les kun je:
  • de begrippen origineel en beeld uitleggen
  • rekenen met een factor tussen 0 en 1
  • het begrip schaal uitleggen
  • rekenen met schaal


Slide 5 - Slide

Het getal waarmee je alle lengtematen van een figuur vermenigvuldigt, noem je de vergrotingsfactor of factor.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Van de foto wordt een vergroting gemaakt. De factor van de vergroting is 3. Bereken de breedte en de hoogte van de vergroting. en sleep de antwoorden naar de bijbehorende plekken.
lengtematen foto                   lengtematen vergroting
Voor de breedte geldt: 8 cm





Voor de hoogte geldt: 6 cm
× 3
× 3
× 3
24 cm
18 cm

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

Het vierkant met zijden van 3,6 cm is vergroot tot een vierkant met zijden van 9 cm.

Bereken de factor. Sleep de antwoorden naar de bijbehorende plekken.
De factor is          :                 = 
× ...
3,6
9
9
3,6
2,5

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Uitleg 6.3
We gaan straks een uitlegvideo kijken en straks ga ik jullie de volgende vragen stellen:
  • Wat gebeurt er met een figuur als je deze vermenigvuldigt met een factor groter dan 1?
  • Wat gebeurt er met een figuur als je deze vermenigvuldigt met een factor tussen 0 en 1?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Uitleg 6.3
  • Wat gebeurt er met een figuur als je deze vermenigvuldigt met een factor groter dan 1?
  • Wat gebeurt er met een figuur als je deze vermenigvuldigt met een factor tussen 0 en 1?

Slide 14 - Slide

Als je een figuur met een factor groter dan 1 vermenigvuldigt, dan wordt het figuur groter.
Als je een figuur met een factor tussen de 0 en de 1 vermenigvuldigt, dan wordt het figuur kleiner. Dit wordt ook vergroten genoemd, ook al wordt het figuur kleiner!
Als je een figuur met een factor groter dan 1 vermenigvuldigt, dan wordt het figuur groter.
Als je een figuur met een factor tussen de 0 en de 1 vermenigvuldigt, dan wordt het figuur kleiner. Dit wordt ook vergroten genoemd, ook al wordt het figuur kleiner!
Uitleg 6.3

Slide 15 - Slide

Uitleg 6.3
Het figuur dat je vergroot, heet origineel en de vergroting heet beeld.

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Van A naar B:
Als B (2e figuur) een vergroting is van A (1e figuur) dan noem je A het origineel en B het beeld.

Je kan ook zeggen: 
B is het beeld van A.


Slide 17 - Slide

Voorbeeld
Andersom kan ook!! 
Als A een vergroting(!!) is van B , dan is A het 2e figuur en dus het beeld en is B het origineel. 
Je zegt dan: A is het beeld van B.
Je spreekt nog steeds van een vergroting ook al wordt het figuur kleiner!!

Slide 18 - Slide

Stel we gaan het origineel verkleinen.
Wat komt dan te staan in de pijlenketting onder foto C en D? 







8
4

Slide 19 - Drag question

De factor bereken je met de onderstaande formule.
factor = beeld : origineel 

Sleep de juiste factor naar de pijl.

8
4
0,5
2

Slide 20 - Drag question

Uitlegvideo: Vergrotingsfactor

Slide 21 - Slide

∆DEF is een vergroting van ∆ABC.
Bereken de vergrotingsfactor.

origineel                     beeld
BC =                             EF =



De factor is          :            =  
× ...
factor = beeld : origineel
70
21
0,3
70
21

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

∆DEF is een vergroting van ∆ABC.
Bereken de DE.

origineel                     beeld
AB =                             DE = ...



DE is 50  ×                =  
× 0,3
50 mm
15  mm
0,3

Slide 24 - Drag question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Uitleg 6.4

Slide 27 - Slide

In Madurodam staat een replicatie van de Sassenpoort. Hij is in Madurodam 2 meter hoog. De schaal in Madurodam is 1 op 25. Hoe hoog is de echte Sassenpoort?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Wat? Verlengde instructie of zelfstandig werken aan 6.3 en 6.4 (online of in schrift)
Hoe? De groep die zelfstandig gaat werken en de groep die verlengde instructie wil worden in verschillende vergaderingen geplaatst. Als je verlengde instructie wilt, geef dit dan nu aan in de chat in Teams.
Hulp? Je mag klasgenoten via WhatsApp of Teams om hulp vragen bij de opdrachten. Kom je er samen niet uit, stel je vraag dan in chat via Teams en dan kom ik er later op terug.
Tijd? Tot 11.35
Uitkomst? Nakijken in het antwoordenboekje. Rode krul als goed, rood verbeterd als fout en puzzelen hoe je op het juiste antwoord kan komen. Als je online hebt gemaakt, dan bestudeer je je fouten en puzzel je ook hoe je op het juiste antwoord kan komen.
Klaar? Verder werken aan 6.5


Wie weet niet wat hij moet gaan doen?


Huiswerk voor maandag 25 januari:
6.3 en 6.4 online of in schrift af (als je het in je schrift maakt, dan stuur je foto's door) 
Differentiatie

Slide 30 - Slide

Huiswerk
Maandag 25 januari
6.3 en 6.4 online of in schrift af (als je het in je schrift maakt, dan stuur je foto's door)

Slide 31 - Slide