Herhalingsles H7

Herhalingsles H7
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsles H7

Slide 1 - Slide

Planetoïden hebben de vorm van een bol.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

De aarde heeft een grotere omlooptijd dan Jupiter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

De afstand van de aarde tot de zon is 1 AE.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Pluto is een dwergplaneet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Een maan draait in een baan rond een planeet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een zonnewijzer is een apparaat dat naar de zon wijst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Bij een maansverduistering staat de maan tussen de aarde en de zon.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Venus is een aardse planeet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

In de atmosfeer van Mars zit vooral zuurstof en stikstof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Mercurius en Venus hebben geen maan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Een aardse planeet heeft een hard oppervlak.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

De maancyclus duurt ongeveer 29 dagen.
Hoeveel tijd zit er tussen eerste kwartier en nieuwe maan?
A
7 dagen
B
14 dagen
C
22 dagen
D
29 dagen

Slide 13 - Quiz

Welke planeet is blauw?
A
Jupiter
B
Mars
C
Neptunes
D
Venus

Slide 14 - Quiz

De planeten in het zonnestelsel kunnen niet met elkaar botsen.
Hoe komt dat?
A
De planeten draaien met een kleine snelheid rond de zon.
B
De planeten draaien elk met dezelfde omloopsnelheid rond de zon.
C
De planeten draaien op grote afstand van elkaar rond de zon.

Slide 15 - Quiz

De zon heeft een diameter van 1 400 000 km. Mars heeft een diameter van 7000 km.
Hoeveel keer is de zon groter dan Mars?

A
20 keer
B
50 keer
C
100 keer
D
200 keer

Slide 16 - Quiz

Vanaf de aarde kun je foto’s maken van andere sterrenstelsels, zoals in afbeelding 3. Zo’n foto kun je niet maken van de Melkweg.
Waarom kan dat niet?

A
De aarde zit in het zonnestelsel en het zonnestelsel zit in de Melkweg.
B
De Melkweg is veel te groot.
C
De planeten bewegen, waardoor de foto onduidelijk wordt.
D
De zon geeft te veel licht, waardoor je de Melkweg niet kunt zien.

Slide 17 - Quiz

De afstand van Uranus tot de zon is 2,87 miljard km.
Hoeveel astronomische eenheden staat Uranus van de zon?
Schrijf je berekening en je antwoord op

Slide 18 - Open question

Bij een zonsverduistering is de zon vanaf de aarde overdag niet te zien.
Maak op het antwoordenblad een schematische tekening van een zonsverduistering.
Schrijf de namen bij de hemellichamen en teken de schaduw.

Slide 19 - Open question

In 2025 is er in het zonnestelsel een nieuwe dwergplaneet ontdekt. Jij krijgt de opdracht om foto’s te maken van het hele oppervlak van de dwergplaneet.
Leg uit voor welk soort ruimtemissie je kiest: flyby, lander, orbiter of rover.


Slide 20 - Open question

De hemellichamen in het zonnestelsel verschillen in grootte.
Zet de hemellichamen in de juiste volgorde. Begin met het kleinste hemellichaam.
aarde – Ceres (een dwergplaneet) – Jupiter – Mercurius – Uranus – zon


Slide 21 - Open question