This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Conclusie en verslag
Slide 1 - Slide
Doel les
Je weet hoe je de spreiding in een grafiek moet weergeven
Je trekt een goede conclusie uit je resultaten
Je stelt een discussie op voor je onderzoek
Je kunt de verschillende onderdelen van een onderzoeksverslag benoemen
Slide 2 - Slide
Gemiddelden en spreiding
Vaak maak je gebruik van een gemiddelde van verschillende metingen. Het is dan wel belangrijk dat bekend is wat de spreiding is in de oorspronkelijke meetwaarden.
Vergelijk
Variabele 1: 1-2-5-5-8-9: gemiddelde is 5 - grote spreiding
Variabele 2: 3-4-5-5-6-7: gemiddelde is 5 - kleine spreiding
Slide 3 - Slide
Gemiddelden en spreiding
Gemiddelde afwijking van het gemiddelde: standaard deviatie
1 2 5 5 8 9: gemiddelde = 5
Standaarddeviatie is:
4+3+0+0+3+4=14/6 = 2,333
3 4 5 5 6 7: gemiddelde = 5
Standaarddeviatie is:
2+1+0+0+1+2=6/6 = 1
Slide 4 - Slide
Gemiddelden en spreiding
De standaard deviatie geef je aan met behulp van een spreidingsstreepje in de grafiek.
Slide 5 - Slide
Gemiddelden en spreiding
Hoge standaarddeviatie: grote kans dat het echte gemiddelde hoger of lager is dan het berekende gemiddelde.
Lage standaarddeviatie: kleine kans dat het echte gemiddelde hoger of lager is dat het berekende gemiddelde.
Hoe groter de steekproef hoe kleiner de standaarddeviatie, je kunt dan beter in de buurt komen van het echte gemiddelde.
Slide 6 - Slide
Conclusie
De conclusie geeft het gemeten antwoord op je onderzoeksvraag.
Was je hypothese juist?
Een onderzoek is even waardevol als de hypothese wordt verworpen. Dan heb je namelijk ook iets bewezen.
Slide 7 - Slide
Samen
Trek een conclusie uit je resultaten.
Was jullie hypothese juist?
Slide 8 - Slide
Onderzoeksverslag
Een onderzoeksverslag bestaat uit:
Inleiding (met onderzoeksvraag en hypothese)
Materiaal en methode
Resultaten
Conclusie
Discussie
Literatuurlijst
Slide 9 - Slide
Inleiding
In de inleiding van een onderzoeksverslag staat de theoretische achtergrond van je onderzoek. Wat is er al bekend?
Ook staat in de inleiding de onderzoeksvraag en de hypothese.
In de inleiding beschrijf je ook wat de (maatschappelijke) relevantie van je onderzoek is.
Slide 10 - Slide
Theoretische achtergrond
Bronnen
Die bronnen móet je noemen in je verslag zodat iedereen weet waar deze informatie vandaan komt. Als je dergelijke informatie in je verslag gebruikt zonder de bron te noemen wordt dit gezien als plagiaat.
Slide 11 - Slide
Materiaal en Methode
Je moet heel gedetailleerd beschrijven hoe je het experiment hebt uitgevoerd (methode) en welke spullen je daarvoor gebruikt hebt (materiaal).
Hiermee maak je het experiment herhaalbaar.
Slide 12 - Slide
0
Slide 13 - Video
Resultaten
De resultaten presenteer je zo duidelijk mogelijk.
Als je grafieken/ tabellen gebruikt beschrijf je deze ook nog in tekst. Je trekt nog geen conclusie!!
Slide 14 - Slide
Conclusie
Welke conslusie kun je trekken uit de resultaten?
Was je hypothese wel of niet juist?
Slide 15 - Slide
Discussie
Wat is de verklaring van de gevonden resultaten?
Welke verbeterpunten zijn er voor dit onderzoek (betrouwbaarheid/meetmethode)?
Welke vervolgonderzoeken zouden interessant zijn?
Slide 16 - Slide
Kwaliteit onderzoek
Herhaalbaarheid (materiaal en methode)
Geen plagiaat
Collegiale toetsing
Validiteit (is de meetmethode juist en geschikt om de onderzoeksvraag te beantwoorden)
Betrouwbaarheid (is de meetmethode precies genoeg om een conclusie te trekken)
Slide 17 - Slide
Causaliteit vs. correlatie
Slide 18 - Slide
Samen
Beschrijf twee verbeteringen voor het onderzoek
Beschrijf een interessant vervolgonderzoek
Slide 19 - Slide
Doel les
Je trekt een goede conclusie uit je resultaten
Je stelt een discussie op voor je onderzoek
Je kunt de verschillende onderdelen van een onderzoeksverslag benoemen