- Je legt uit dat alle nu levende organismen, waaronder de
mens, afstammen van eerder levende organismen die er
anders uitzagen.
- Je legt uit dat exemplaren van een soort die iets beter aan
de omgeving zijn aangepast grotere kans hebben om
nakomelingen te krijgen en dat bij veranderingen in de
omgeving soorten daardoor geleidelijk kunnen veranderen.
3.Je legt uit hoe in de loop van de tijd veel soorten zijn
uitgestorven als de omgeving veranderde.
4. Je legt uit hoe fossielen zijn ontstaan en hoe ze gevonden
worden.