Engels woordjes oefenen unit 1

Welke engelse woordjes weet je nog?
1 / 13
next
Slide 1: Mind map
EngelsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welke engelse woordjes weet je nog?

Slide 1 - Mind map

Wat is de betekenis van het woord

act
A
optreden
B
locatie, plek, plaats
C
menigte, groep mensen
D
populair

Slide 2 - Quiz

Het podium
Bezoeker
Vreemd
Veel
Stage
Visitor
Strange
Plenty

Slide 3 - Drag question

Wat is de vertaling van het woord,
datum?

Slide 4 - Open question

Is dit woord goed geschreven?
spectacular, (spectaculair)
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Hoe schrijf je het woord,
locatie? (In het engels)

Slide 6 - Open question

Wat betekent het woord,

delighted?
A
Geweldig, grandioos
B
Onverwacht
C
Spectaculair
D
Blij, gelukkig

Slide 7 - Quiz

Wat is de vertaling van het woord,

Delen?

Slide 8 - Open question

Wat is de vertaling van het woord,

laten zien?
A
You're invited
B
upcoming
C
to show off
D
to plan

Slide 9 - Quiz

land
gericht op
Hoofdstad
onverwacht
Country
Aimed at
Capital
Unexpected

Slide 10 - Drag question

Hoe vertaal je het woord,

podium?

Slide 11 - Open question

Wat is de betekenis van het woord,

meekomen, meegaan?
A
Aimed at
B
To share
C
Upcoming
D
To come along

Slide 12 - Quiz

Wat vonden jullie van de les?

Slide 13 - Mind map