Samenvatting H6
1 / 26
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving die draaide om het christendom.
B
Een samenleving die bestaat uit groepen, waarbij je vanaf je geboorte bij hoort
C
Een samenleving waarin iedereen gelijk is.
D
Een samenleving waarbij je kan stemmen wie koning wordt.
Slide 2 - Quiz
Wat is de goede volgorde van de standensamenleving?
A
(1)Geestelijken, (2)burgers, (3)adel
B
(1)Adel, (2)geestelijken, (3)burgers
C
(1)Geestelijken, (2)adel, (3)burgers
D
(1)Burgers, (2)adel, (3)geestelijken
Slide 3 - Quiz
Wat is de Verlichting?
A
Uitvinding van de straatlantaarns
B
Kennis werd belangrijker dan het geloof
C
Steeds meer uitvindingen die het geloof helpen de bijbel te verklaren
D
Het schrijven van een nieuwe vertaling van de bijbel
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Welk begrip werd hier afgebeeld?
A
absolute macht
B
standensamenleving
C
belasting
D
voorrechten
Slide 6 - Quiz
Wie behoorde er tot de eerste stand aan het einde van de 18de eeuw in Frankrijk?
A
Een rijke koopman
B
een boer
C
een priester
D
de koning
Slide 7 - Quiz
Wat was de taak van de tweede stand in de Middeleeuwen?
A
het land bewerken
B
handelen
C
bidden
D
vechten
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Welke stand zie je hier afgebeeld?
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand
Slide 10 - Quiz
Verlichte denkers waren kritisch op...
A
De rol van de kerk
B
De standensamenleving
C
De absolute macht van de koning
D
Het bestuur van Frankrijk
Slide 11 - Quiz
Hoe heetten de koning en koningin van Frankrijk die tijdens de Franse Revolutie aan de macht waren?
Slide 12 - Open question
Op welke datum brak de Franse Revolutie uit?
Slide 13 - Open question
Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek
Slide 14 - Drag question
De Bastille wordt bestormd
De derde stand richt een eigen vergadering op
De koning roept de drie standen bij elkaar
Frankrijk heeft hoge schulden en is bijna failliet
Frankrijk krijgt een grondwet
1
2
3
4
5
Slide 15 - Drag question
Hoe heette de leider van de Terreur?
A
Montesquieu
B
Napoleon
C
Robespierre
D
Jozef van Pruisen
Slide 16 - Quiz
Bij welke stand hoorden de hertogen?
Slide 17 - Open question
Wie was Napoleon?
A
De nieuwe koning van Frankrijk
B
De leider van de revolutie
C
De nieuwe keizer van Frankrijk
D
De oude koning van Frankrijk
Slide 18 - Quiz
Door wie werd Napoleon in 1804 tot keizer gekroond?
A
Door Lodewijk XVI
B
Door zijn vrouw Joséphine
C
Door de paus
D
Door hemzelf
Slide 19 - Quiz
Noem 2 zaken die door Napoleon zijn ingevoerd die wij nu nog steeds gebruiken
Slide 20 - Open question
Op welk eiland is Napoleon gestorven?
A
Elba
B
Sint-Helena
C
Corsica
D
Sicilië
Slide 21 - Quiz
In welk land was de opstand van de slaven een succes?
A
Curaçao
B
Haïti
C
Sint-Maarten
D
Suriname
Slide 22 - Quiz
Waarom veranderde veel Europeanen hun ideeën over slavernij?
Slide 23 - Open question
Wanneer werd slavernij volledig afgeschaft?
A
1807
B
1825
C
1833
D
1850
Slide 24 - Quiz
Hoe heette de eerste koning van Nederland?
A
Koning Willem I
B
Koning Lodewijk XVI
C
Lodewijk-Napoleon
D
Napoleon
Slide 25 - Quiz
Uit welk land kwam de eerste koning van Nederland?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Duitsland
