Week 13 - les 1

Week 13 - les 1
Welkom bij de eerste les van week 13!
Is alles goed gegaan bij de eerste week? 
Als het niet lukt, vraag dan om hulp! 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Week 13 - les 1
Welkom bij de eerste les van week 13!
Is alles goed gegaan bij de eerste week? 
Als het niet lukt, vraag dan om hulp! 

Slide 1 - Slide

First things first!
Je hebt je tekstboek nodig, je schrift en een pen.
Je gaat verder met thema 4!

Slide 2 - Slide

Vorige week
Vorige week heb je een hoop gedaan. 
Je hebt Part A, B, C en D af!
Vandaag gaan we kijken naar de grammatica, Part E. 

Slide 3 - Slide

Grammatica 10 en 11
Eerder dit schooljaar zijn we bezig geweest met to do

Je gaat nu leren hoe je vragen (questions) en ontkenningen (negations) maakt met to do

Kijk nu eerst het filmje over vragen met to do
Maak aantekeningen in je schrift!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Grammatica 10, vragen met to do
Je gebruikt do of does om vragen te maken als er in de zin geen vorm van to be, to have got of can staat. 

I am at home.      Am I at home?
I have got shoes on.       Have I got shoes on?
I can run very fast.         Can I run very fast?
I like hockey.         Do I like hockey?

Slide 6 - Slide

Grammatica 10, vragen met to do
Vragen met I / you / we / you / they:
Do vooraan de zin.      Do you like hockey? 

Vragen met he / she / it:
Does vooraan de zin.         
Let op: de -s achter het werkwoord verdwijnt!!!
He likes hockey.     Does he like hockey? 

Slide 7 - Slide

Zet deze zin om naar een vraagzin:
Lambs love playing in the field.

Slide 8 - Open question

Zet deze zin om naar een vraagzin:
Peter lives with his father.

Slide 9 - Open question

Zet deze zin om naar een vraagzin:
You learn Spanish.

Slide 10 - Open question

Zet deze zin om naar een vraagzin:
They play in the garden.

Slide 11 - Open question

Zet deze zin om naar een vraagzin:
We work in front of the computer.

Slide 12 - Open question

Zet deze zin om naar een vraagzin:
She cleans the bathroom.

Slide 13 - Open question

Grammatica 11, ontkenning met to do
Goed, je weet nu hoe je vragen moet maken!
Maar wat doe je als je een ontkenning wilt maken?

Kijk de video eerst!
Vergeet je aantekeningen niet!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Grammatica 11, ontkenning met to do
Je gebruikt do not of does not om ontkenningen te maken als er in de zin geen vorm van to be, to have got of can staat. 

De verkorte vorm: 
I do not like pigs.               I don't like pigs.
She does not like pigs.   She doesn't like pigs.

Slide 16 - Slide

Grammatica 11, ontkenning met to do
Ontkenning met I / you / we / you / they:
Je schrijft not achter do.            I do not like homework.

Vragen met he / she / it:
Je schrijft not achter does.        
Let op: de -s achter het werkwoord verdwijnt!!!
He likes homework.      He does not like homework.

Slide 17 - Slide

Grammatica 11, ontkenning met to do
Je gaat nu 5 vragen krijgen. 

Schrijf de verkorte vorm op (don't of doesn't)!

Slide 18 - Slide

Zet deze zin om naar een ontkennende zin:
I watch TV.

Slide 19 - Open question

Zet deze zin om naar een ontkennende zin:
We play football.

Slide 20 - Open question

Zet deze zin om naar een ontkennende zin:
It is boring.

Slide 21 - Open question

Zet deze zin om naar een ontkennende zin:
You ride your bike every weekend.

Slide 22 - Open question

Zet deze zin om naar een ontkennende zin:
Sandy takes nice photos.

Slide 23 - Open question

Grammatica 10: 
Je gebruikt do of does om vragen te maken als er in de zin geen vorm van to be, to have got of can staat. 

Vragen met I / you / we / you / they:
Do vooraan de zin.            Do you like hockey?

Vragen met he / she / it:
Does vooraan de zin.

Let op: de -s achter het werkwoord verdwijnt!!!

He likes hockey. Does he like hockey? 
Grammatica 11:
Je gebruikt do not  (don't) of does not (doesn't) om ontkenningen te maken als er in de zin geen vorm van to be, to have got of can staat. 

Ontkenning met I / you / we / you / they:
Je schrijft not achter do
 I do not like homework.

Vragen met he / she / it:
Je schrijft not achter does.

Let op: de -s achter het werkwoord verdwijnt!!!

Slide 24 - Slide

Finished! Well done!
Je gaat nu zelfstandig werken aan de opdrachten. 
De opdrachten staan voor je klaar bij je taken. 
Klik wel even op 'alle taken'!

De opdrachten voor vandaag zijn:
- E13, E14, E15
- Slim stampen: extra oefenen grammatica 10 en 11.

Slide 25 - Slide