Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nederlands klas 1
Pak je schrift en ga rustig zitten
Pak je leesboek , je Talentboek en je etui op tafel
Slide 1 - Slide
Nederlands
Lekker lezen...
Pak je spullen op tafel
Ga lekker lezen
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Fictiedossier
Je leest een boek,
je kiest een opdracht,
je levert de opdracht in (SOM)
elke woensdag check of het allemaal lukt
Slide 3 - Slide
Startopdracht
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Pak je spullen op tafel bij binnenkomst
Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan.
Afspraken
Slide 6 - Slide
Check Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃
Slide 7 - Poll
4.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf leer je:
• hoe je een informatieve tekst schrijft;
• hoe je een inleiding schrijft;
• formuleertips.
• een mail te schrijven voor een beoordeling
Slide 8 - Slide
Schrijven in alinea's
Een zakelijke tekst is ingedeeld in alinea’s. Dat geldt ook voor een zakelijke brief (of zakelijke e-mail).
Door goede alinea’s wordt de opbouw van je tekst duidelijk. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.
* Maak gebruik van witregels.
* Begin de alinea met de kernzin. Dat is de belangrijkste zin.
Slide 9 - Slide
Formeel en informeel
Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.
In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal.
Let dan op de volgende punten:
- spreek de ander aan met u;
- gebruik nette woorden;
- schrijf in hele zinnen.
Slide 10 - Slide
Verslag - check + voorbeelden
1. maak je schrijfplan (5W1H)
(wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe)
2. inleiding (onderwerp)/ kern (opsomming)
en schrijf in de verleden tijd
3. naam onder je verslag
4. titel boven je verslag
5. check je spelling
Slide 11 - Slide
Rubric mail
Slide 12 - Slide
Talent Schrijven 3.4 blz. 152
Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen
Instructie en aantekeningen
Slide 13 - Slide
Verslag schrijven
Slide 14 - Slide
Voorbeeld
Slide 15 - Slide
Verwijswoorden
Slide 16 - Slide
Aan het werk! Hoe pak jij het deze les aan?
Ik wil graag nog meer hulp/uitleg
Ik ben klaar, ik ga lezen
Ik ben klaar, ik ga NUMO maken
Slide 17 - Poll
Vorige les
Wat?
Hoe?
Lees eerst de opdracht goed door.
Beantwoord daarna de vragen in je werkboek. (op papier)
Hulp
Vraag? Steek je vinger op. Je mag ook overleggen.
Tijd
Timer
Klaar?
Aan het werk
timer
5:00
Slide 18 - Slide
Wat heb je geleerd in deze paragraaf?
Slide 19 - Mind map
3.4 Schrijven en formuleren
Na deze paragraaf weet je
* hoe je een verslag schrijft
* hoe je 5W1H-vragen gebruikt
* hoe je verwijswoorden gebruikt
en kun je een verslag schrijven met de 5W1H en verwijswoorden