H2.4 Formules maken bij grafieken

Wiskunde 
Hoofdstuk 2:
Formules en grafieken

2.4 Formules maken bij grafieken
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wiskunde 
Hoofdstuk 2:
Formules en grafieken

2.4 Formules maken bij grafieken

Slide 1 - Slide

herhalen les 1 t/m 3
  • oplossen met grafieken
  • oplossen met inklemmen
  • oplossen met balansmethode 

Slide 2 - Slide

oplossen met grafieken
Mirjam koopt 2 pups. Bij het gewicht van de pups horen formules.
Boris:          gewicht in kg = 7 + 0,3t
Pluto:          gewicht in kg = 4 + 0,8t
t: tijd in weken

a. Na hoeveel weken zijn de pups even zwaar? Gebruik een grafiek.
b. Hoeveel wegen de pups dan?
c. Welke pup weegt het meest na 11 weken?

Slide 3 - Slide

oplossen met inklemmen
Voor water uit de kraan moet je betalen. De kosten kun je berekenen met de formule:
bedrag in euro = 53,40 + 1,72 x verbruik in m3

Agnes woont op kamers. Zij betaal in een jaar 118,76 euro.
a. Welke vergelijking hoort hierbij?
b. Los de vergelijking op met inklemmen.
c. Hoeveel m3 water heeft Agnes verbruikt?

Slide 4 - Slide

oplossen met inklemmen
35 - 1,6a = 15,8         (gebruik een tabel)

Slide 5 - Slide

oplossen met balansmethode
6x + 24 = 48

11b + 8 = 8

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt in een grafiek een begingetal en een stijg- / daalgetal toepassen.
  2. Je kunt formules maken bij een grafiek.
  3. Je kunt het stijg- en daalgetal van grafieken berekenen.

Slide 7 - Slide

Voorkennis
Kijk naar de grafiek.           t : tijd in uren

Wat is het begingetal?
Wat zijn de variabelen?
Wat is het stijggetal?
Wat is het daalgetal?
Wat is de formule?
timer
3:00

Slide 8 - Slide

Voorkennis
Kijk naar de grafiek.           t : tijd in uren

Wat is het begingetal? 60
Wat zijn de variabelen? inhoud in liters en tijd in uren
Wat is het stijggetal? strikvraag: die is er niet
Wat is het daalgetal? - 10 (per uur)
Wat is de formule? inhoud in liters = 60 - 10 x tijd in uren
klein geschreven: inhoud in liters = 60 - 10t

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Samen opdracht 50
Bij de busreis van Tauro hoort de formule:
kosten in euro = 0,79 + 0,14k

a. Wat zijn de variabelen in de formule?
b. Wat is het begintetal?
c. Wat is het daalgetal of stijggetal?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Samen opdracht 54



Schrijf de formule op die bij de grafiek hiernaast hoort.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Samen opdracht 

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken

Maak opdrachten van 2.4
timer
25:00

Slide 16 - Slide

Kijk naar de grafiek.

Wat is het begingetal?
Wat zijn de variabelen?
Wat is het stijggetal?
Wat is het daalgetal?
Wat is de formule?
timer
3:00

Slide 17 - Slide

Wat heb je geleerd?
Kijk naar de grafiek.

Wat is het begingetal? 200
Wat zijn de variabelen? afstand in km en 
tijd in minuten
Wat is het stijggetal? + 16 (minuten)
Wat is het daalgetal? strikvraag: die is er niet
Wat is de formule? afstand in km = 200 + 16t

Slide 18 - Slide

Afsluiting

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 19 - Slide