Vergelijking - metafoor - personificatie - metoniem
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Vergelijking - metafoor - personificatie - metoniem
Aan het eind van de lessenserie kun je:
- beeldspraak herkennen
- beeldspraak benoemen
- vergelijking
- metafoor
- personificatie
- metoniem
Hij (object) is zo rood als een kreeft (beeld) geworden door de zon.
Hij wordt vergeleken met een kreeft
Jouw kamer(object) lijkt wel een zwijnenstal (beeld).
Jouw kamer wordt vergeleken met een zwijnenstal.
Wat een zwijnenstal (beeld) is het hier.
Zwijnenstal is het beeld dat gebruikt wordt om aan te geven dat het een grote troep is.
Wat er precies een troep is, staat nu niet in de zin.
Dat
schaap(beeld) heeft zich laten beetnemen.
Dat
schaap staat voor een dom persoon. Wie het precies is, staat niet in de zin.
Zachtjes fluisteren de bomen haar naam.
Bomen kunnen niet fluisteren, dat is een menselijke eigenschap.
Soms
lacht de toekomst je toe.
Soms
lacht de toekomst je toe.
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.