Voorraadbeheer

Voorraadbeheer
1 / 21
next
Slide 1: Slide
LogistiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Voorraadbeheer

Slide 1 - Slide

Wat hebben ze bij jouw stage allemaal op voorraad

Slide 2 - Open question

Zet de fasen van het logistieke proces (goederenstroom) in de goede volgorde.
Begint met de eerste fase (start).
inventariseren
bestellen
ontvangen
opslag
verzamelen, verwerken, verzenden

Slide 3 - Drag question

Wat wordt er bedoeld met voorraadbeheer?
A
Voorraad waaruit orders worden verzameld, of de voorraad die nodig is voor de productie
B
Op peil houden van de voorraad, zowel wat betreft het aantal als de kwaliteit van de goederen
C
Voorraadgrootte die een bedrijf wil aanhouden om onverwachte gebeurtenissen op te kunnen vangen
D
Gedeelte van een order dat later wordt geleverd doordat goederen niet in voorraad zijn

Slide 4 - Quiz

Wat betekent voorraadadministratie?
A
Opschrijven van de artikelen die op voorraad zijn.
B
Bijhouden van het verloop van goederen in het bedrijf
C
Teveel aan voorraad van een bepaald artikel
D
Inventariseren van de voorraad

Slide 5 - Quiz

Wat is het nut van inventarisatie?
A
Derving achterhalen
B
Loopt het volgens plan
C
Geen lege schappen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Wat is een backorder?
A
Gedeelte van een order dat later wordt geleverd omdat de goederen niet in voorraad zijn
B
Een order die je afhaalt aan de balie.
C
Een order die bestaat uit dezelfde artikelen
D
Een vooruitbestelling

Slide 7 - Quiz

Wat zijn redenen om een product bij levering af te keuren?

Slide 8 - Open question

Wat is bulkvoorraad?
A
Voorraad die ontstaat als de vraag naar bepaalde goederen ineens afneemt
B
Reservevoorraad waarmee je de werkvoorraad kunt aanvullen wanneer deze dreigt op te raken
C
Voorraad waaruit orders worden verzameld
D
Voorraad artikelen waaruit de orders worden verzameld, of de voorraad die nodig is voor de productie

Slide 9 - Quiz

Wat is een ijzeren-voorraad?
A
Voorraadgrootte die een bedrijf wil aanhouden om onverwachte gebeurtenissen op te kunnen vangen
B
Voorraad van materialen en goederen die van essentieel belang is om te kunnen blijven leveren
C
Een voorraad die voornamelijk bestaat uit stalen producten
D
Teveel aan voorraad van een bepaald artikel

Slide 10 - Quiz

Hoe wordt de ijzeren-voorraad ook wel genoemd.
A
Minimumvoorraad
B
Pickvoorraad
C
Veiligheidsvoorraad
D
Harde voorraad

Slide 11 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met minimum voorraad?
A
Voorraad die ontstaat als de vraag naar bepaalde goederen ineens afneemt
B
Voorraadgrootte die een bedrijf minimaal van een artikel wil aanhouden om aan de vraag van klanten te kunnen voldoen tijdens de levertijd
C
Hele kleine stelling met weinig voorraad.
D
Voorraad met met mini artikelen.

Slide 12 - Quiz

Wat kunnen redenen zijn dat de voorraad in het magazijn niet klopt met de voorraad op papier?

Slide 13 - Open question

De drie soorten voorraadkosten zijn:
A
Ruimte, risico en gevaar
B
Risico, ruimte en inventarisatie
C
Rente, risico en ruimte
D
Rente, ruimte en inventarisatie

Slide 14 - Quiz

Wat is ontsporingsvoorraad?
A
Voorraad die met de spoorwegen te maken hebben.
B
Voorraad die ontstaat als de vraag naar bepaalde goederen ineens afneemt en deze goederen nauwelijks meer worden verkocht
C
Maximale voorraadgrootte van een artikel in een magazijn
D
Voorraad die totaal niet in het magazijn past, en dus ontspoort is.

Slide 15 - Quiz

Wat is strategische voorraad?
A
Voorraadgrootte die een bedrijf wil aanhouden om onverwachte gebeurtenissen op te kunnen vangen
B
Voorraad waaruit orders worden verzameld
C
Voorraad van materialen en goederen die van essentieel belang is om te kunnen blijven leveren aan de afnemers
D
Gedeelte van een order dat later wordt geleverd omdat de goederen niet in voorraad zijn

Slide 16 - Quiz

Hoe kun je een backorder ook wel noemen?
A
Naleveringsorder
B
Spoedorder
C
Homogene order
D
Balieorder

Slide 17 - Quiz

wat zijn soorten embalage
A
Rolcontainer, flessen, pallets
B
bananen dozen, flessen, folie
C
Rolcontainers, karton, plastic
D
pallets, tafels, stoelen

Slide 18 - Quiz

Welk product moet je als eerste opslaan?
A
Gepelde tomaten in blik.
B
Vacuum verpakt gerookt spek.
C
Diepvries gamba’s.
D
Zak aardappels.

Slide 19 - Quiz

De betekenis van tgt is
A
tenminste houdbaar tot
B
te gebruiken tot
C
Tenminste gezien tot

Slide 20 - Quiz

Zet de data op juiste volgorde volgens fifo.
timer
1:00
3
maart
2021
9 september 2021
mei 
2021
24 
juni 
2021
januari 2022

Slide 21 - Drag question