Toetsvoorbereiding P2 - deel 1

1 / 48
next
Slide 1: Slide
TrainingsleerMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waarom is het verstandig om een warming up en cooling down te doen?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Tot welke vorm van blessurepreventie hoort het doen van een goede warming up en cooling down?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Reageer op de volgende stelling :

“Bij elke goede warming up gebruik je een bal”

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waar halen wij die energie vandaan?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Welke stoffen uit onze voeding gebruiken we om ATP mee te maken??

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Hoe komt ATP vanuit ons spijsverteringsstelsel op de juiste plaatsen in ons lichaam?

A
Per post
B
Via het zenuwstelsel
C
Via ons bloed
D
Via de dunne darm

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Op welke 3 manieren kunnen onze spieren aanspannen?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Welke onderdelen van onze spieren schuiven over elkaar heen als onze spieren concentrisch aanspannen?

A
Spiervezel en myofibril
B
Actine en myosine
C
Myofibril en sarcomeer
D
Spier en myofilamenten

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Welke onderdelen heeft een spier nog meer? Geef de opbouw van groot naar klein

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Noem minimaal 4 effecten van training op ons lichaam

A
Minder kans op hart- en vaatziekten
B
Goed voor sociale contacten
C
Geestelijke ontspanning
D
Sterkere spieren

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Wat zien we als we de werking van het hart en de longen van een getraind persoon vergelijken met die van een ongetraind persoon?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Welke van de CLUKS is/zijn het best trainbaar bij kinderen?

A
Coördinatie
B
Lenigheid
C
Uithoudingsvermogen
D
Kracht

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Wat is de norm voor gezond bewegen bij kinderen?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Welke tips geef jij als sportleider om te voorkomen, dat iemand oververhit raakt?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Hoe kan je zien, dat iemand mogelijk oververhit raakt? Noem 3 kenmerken

Slide 39 - Open question

Slide 40 - Slide

Als je het vermoeden hebt, dat iemand oververhit is. Wat doe je dan?

Slide 41 - Open question

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Als iemand last heeft van overgewicht, waar moet jij als sportleider dan rekening mee houden??

A
Neem een extra handdoek mee
B
Zorg voor extra eten en drinken
C
Maak de training zwaarder, zodat de klant afvalt
D
Deze persoon is waarschijnlijk minder belastbaar

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Slide

Wat is het verschil tussen een HYPER en een HYPO?

A
Hyper = teveel suiker Hypo = te weinig suiker
B
Hyper = te weinig suiker Hypo = te veel suiker
C
Hyper = te druk Hypo = te rustig
D
Hyper Hyper is een liedje van Scooter. Hypo niet

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

Als een klant jou verteld, dat hij/zij suikerziekte heeft; hoe herken je dan of iemand een HYPER of een HYPO heeft??

Slide 48 - Open question