Les 10 en 11

WATER
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WATER

Slide 1 - Slide

Programma
Binnenkomst + absentie (2 min)
Opmerkingen toets (15 min)
De ik zit en begin meteen -vraag (5 min)
Leerdoelen (3 min)
Uitleg: waterproblematiek in Nederland (15 min)
Aan het werk (10 min)
Afronding (10 min)

Slide 2 - Slide

De ik zit en begin meteen - vraag
Bekijk de foto.

Schrijf op je wisbordje:
- Waar is deze foto genomen?
- Waarom denk je dat?

Als je het niet weet:
- Waarom weet je het niet?/
- Welke informatie heb je nog nodig?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat klimaatverandering met droogte en wateroverlast (= te veel water) te maken heeft; 
2. uitleggen waardoor watertekorten ontstaan;
3. op een kaart (van Nederland) aanwijzen welke gebieden sneller te maken krijgen met watertekorten en uitleggen hoe dit komt;
4. uitleggen wat een polder is;
5. de opbouw van een rivier tekenen en toelichten;
6. uitleggen wat het plan 'ruimte voor de rivier' inhoudt en waarom dit plan nodig is;
7. voorbeelden noemen van maatregelen uit het plan 'ruimte voor de rivier'

Slide 4 - Slide

Wisbordje
Schrijf op je wisbordje:

1. Door klimaatverandering neemt de hoeveelheid smeltwater uit de bergen toe / af.
2. Water stroomt van hoog naar laag / van laag naar hoog.
3. Nederland ligt in de bovenloop / middenloop/ benedenloop van de rivier de Rijn.
4. Nederland zal in de toekomst dus vaker / minder vaak te maken krijgen met wateroverlast.
5. Een oplossing zou kunnen zijn ....
timer
2:30

Slide 5 - Slide

Klimaatverandering en waterproblematiek
Bespreek in je groepje:

1. Wat weten we zeker over het gevolg/ de gevolgen van klimaatverandering?

2. Hoe zorgt klimaatverandering voor wateroverlast (= te veel water) in Nederland?

3. Hoe zorgt klimaatverandering voor droogte in Nederland?

Bepreektijd: 5 minuten
Klassikale check: 5 minuten
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Klimaatverandering en waterproblematiek
Door klimaatverandering wordt het overal op aarde warmer.

Dit heeft gevolgen voor de hoeveelheid water in Nederland. Bijvoorbeeld:
1. Doordat het warmer wordt smelt er meer sneeuw en ijs in de bergen. Al dat smeltwater stroomt naar een laag punt... Nederland. Er ontstaat wateroverlast.
2. Doordat het warmer wordt zal er meer water verdampen. Dat zorgt voor ->
- Plekken waar oppervlaktewater en grondwater verdampen en het dus droger wordt of
- Plekken waar het heel heftig gaat regenen en er dus wateroverlast ontstaat

Slide 7 - Slide

Klimaatverandering en waterproblematiek
Door klimaatverandering wordt het overal op aarde warmer.

Dit heeft gevolgen voor de hoeveelheid water in Nederland. Bijvoorbeeld:
3. Doordat het warmer wordt zullen boeren meer gaan irrigeren en dus meer water gaan gebruiken. Er kunnen tekorten ontstaan.
4. Doordat het warmer wordt zullen mensen meer water gaan gebruiken
- mensen gaan meer drinken
- mensen gaan verkoeling zoeken onder de douche of in zwembadjes
- mensen zullen kleren vaker gaan wassen  

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat klimaatverandering met droogte en wateroverlast (= te veel water) te maken heeft; 
2. uitleggen waardoor watertekorten ontstaan;
3. op een kaart (van Nederland) aanwijzen welke gebieden sneller te maken krijgen met watertekorten en uitleggen hoe dit komt;
4. uitleggen wat een polder is;
5. de opbouw van een rivier tekenen en toelichten;
6. uitleggen wat het plan 'ruimte voor de rivier' inhoudt en waarom dit plan nodig is;
7. voorbeelden noemen van maatregelen uit het plan 'ruimte voor de rivier'

Slide 9 - Slide

WATER

Slide 10 - Slide

De ik zit en begin meteen - vraag
Bekijk de foto.

Schrijf op je wisbordje:
- Waar is deze foto genomen?
- Waarom denk je dat?

Als je het niet weet:
- Waarom weet je het niet?/
- Welke informatie heb je nog nodig?

Slide 11 - Slide

Programma
Binnenkomst + absentie (2 min)
De ik zit en begin meteen- vraag (5 min)
Leerdoelen (3 min)
Uitleg: Droogte in hoog en laag Nederland, deel 1 (5 min)
Aan het werk (10 min)
Uitleg: polders (10 min)
Aan het werk (5 min)
Uitleg rivieren in Nederland (10 min)
Afronding (10 min)

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat klimaatverandering met droogte en wateroverlast (= te veel water) te maken heeft; 
2. uitleggen waardoor watertekorten ontstaan;
3. op een kaart (van Nederland) aanwijzen welke gebieden sneller te maken krijgen met watertekorten en uitleggen hoe dit komt;
4. uitleggen wat een polder is;
5. de opbouw van een rivier tekenen en toelichten;
6. uitleggen wat het plan 'ruimte voor de rivier' inhoudt en waarom dit plan nodig is;
7. voorbeelden noemen van maatregelen uit het plan 'ruimte voor de rivier'

Slide 13 - Slide

Drinkwater?
Beantwoord in je groepje de volgende vragen ->

1. Waarover gaat deze kaart?/ Wat zie je?
2. Stel je gaat in beide delen van de kaart graven totdat je water vindt. Waar ben je sneller bij het water? Groen of paars?
3. Stel je gaat in het groene deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
4. Stel je gaat in het paarse deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
5. Welk grondwater zal als drinkwater worden gebruikt? Het water uit het groene of uit het paarse deel?

Extra vragen: gebruik het internet ->
6. Hoe komt het andere deel van Nederland aan drinkwater?
7. Uit welk materiaal bestaat de grond in het groene gedeelte?
Lees de tekst hieronder en beantwoord de vraag op je wisbordje.

De grond in het paarse en het groene gedeelte bestaat uit verschillend materiaal.
Stel dat het langere tijd niet regent in Nederland.


In welk gedeelte van Nederland (paars of groen) ontstaan het eerst problemen door droogte + waarom?

 

Droogte
timer
2:00

Slide 14 - Slide

Droogte in Nederland
Het oosten van Nederland is het gevoeligste voor droogte. De bodem bestaat uit zand.
Een eigenschap van zand is dat het goed waterdoorlatend is.
Dat betekent dat water er makkelijk in wegzakt naar diepere lagen.
Valt er geen regen, dan zal de bovenste laag snel droog worden.
De foto uit de opening is gemaakt in oost-Nederland tijdens een droge zomer.

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat klimaatverandering met droogte en wateroverlast (= te veel water) te maken heeft; 
2. uitleggen waardoor watertekorten ontstaan;
3. op een kaart (van Nederland) aanwijzen welke gebieden sneller te maken krijgen met watertekorten en uitleggen hoe dit komt;
4. uitleggen wat een polder is;
5. de opbouw van een rivier tekenen en toelichten;
6. uitleggen wat het plan 'ruimte voor de rivier' inhoudt en waarom dit plan nodig is;
7. voorbeelden noemen van maatregelen uit het plan 'ruimte voor de rivier'

Slide 16 - Slide

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- Maken paragraaf 3.5 vraag 5, 6 en 8 

Hoe:in drietallen

Hulp: drietallen + boek

Tijd: 10 minuten

Klaar: 
- Lezen paragraaf 3.6 'Ruimte voor de rivier'
Aan het werk- groep 2

Wat: 
- Maken paragraaf 3.5 vraag 5a, 6abc en 8abe 

Hoe: in viertallen

Hulp: groep + boek (paragraaf 3.4) + docent

Tijd: 10 minuten

Klaar:
- Lezen paragraaf 3.6 'Ruimte voor de rivier'
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Wisbordje: welk woord kom je het vaakst tegen op de kaart?
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Nederland: altijd te maken met water
Nederland is een bijzonder land als het gaat om water ->
1. Ongeveer 1/3 van het land ligt onder de zeespiegel. 
   Zonder duinen en dijken zou dit land zee zijn.
    
2. Een groot deel van Nederland bestaat uit polders.
Polders zijn stukken land die laag liggen en vroeger water waren (bijvoorbeeld meren) en die door mensen zijn drooggelegd. Bijvoorbeeld: Buikslotermeerpolder, Haarlemmermeerpolder, Bijlmermeerpolder, enz.

3. Twee grote rivieren eindigen in Nederland in de Noordzee, namelijk de Rijn en de Maas.

Slide 19 - Slide

Wisbordje
Schrijf op je wisbordje:

a) Welk(e) probleem/problemen kunnen ontstaan doordat de polder beneden de zeespiegel ligt?

b) Extra: hoe zou jij dit probleem oplossen?
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Polders
Polders zijn stukken land die vroeger water waren (bijvoorbeeld meren).
Mensen hebben deze stukken land drooggelegd.
Ze worden omringd door dijken.
Polders liggen laag -> vaak onder de zeespiegel.
Maar water stroomt naar het laagste punt... en dat zijn de polders. 

- Als het regent stroomt de polder vol water.
- Ook kruipt er langzaam water door de dijken heen. Dat water noemen we kwelwater.

De mens moet daarom constant de waterstand in de polder regelen:
- Bij veel neerslag wordt er water uit de polder gepompt, zodat deze droog blijft.
- Bij droogte wordt er water naar de polder gepompt, zodat deze niet verdroogt.

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat klimaatverandering met droogte en wateroverlast (= te veel water) te maken heeft; 
2. uitleggen waardoor watertekorten ontstaan;
3. op een kaart (van Nederland) aanwijzen welke gebieden sneller te maken krijgen met watertekorten en uitleggen hoe dit komt;
4. uitleggen wat een polder is;
5. de opbouw van een rivier tekenen en toelichten;
6. uitleggen wat het plan 'ruimte voor de rivier' inhoudt en waarom dit plan nodig is;
7. voorbeelden noemen van maatregelen uit het plan 'ruimte voor de rivier'

Slide 22 - Slide

Aan het werk- groep 1

Wat: 
- Maken werkboek blz. 108 + 109 vraag  3 + 4
- Maken werkboek blz. 113 vraag 5

Hoe:in drietallen

Hulp: drietallen + boek

Tijd: 10 minuten

Klaar: 
- Lezen paragraaf 3.6 'Ruimte voor de rivier'
Aan het werk- groep 2

Wat: 
- Maken werkboek blz. 108 + 109 vraag 3ab + 4
- Maken werkboek blz. 113 vraag 5

Hoe: in viertallen

Hulp: groep + boek (paragraaf 3.4) + docent

Tijd: 10 minuten

Klaar:
- Lezen paragraaf 3.6 'Ruimte voor de rivier'
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Wisbordje
Schrijf op je wisbordje:

a) Wanneer zit er veel water in de rivier de Rijn? + waarom?

b) Wanneer zit er veel water in de rivier de Maas + waarom?
timer
2:00

Slide 24 - Slide

Rivierengebied
De rivieren de Maas en de Rijn eindigen in Nederland in de Noordzee.
Wanneer het hard regent of als het in de zomer warm is in de bergen, komt er meer water in de Maas en de Rijn terecht. 
Veel water in de rivier betekent dus ook veel water(overlast) in Nederland!

Vroeger toen er nog geen dijken waren, stroomden de rivieren vrij door het land.
Maar de rivieren legden een laagje zand langs de oevers als ze overstroomden.
Dat laagje werd steeds hoger en hoger en de uiteindelijk kon de rivier niet meer overstromen.
Dit zijn de oeverwallen: natuurlijke dijkjes langs de rivier!


Slide 25 - Slide

Tegenwoordig heeft de mens dijken langs de rivier aangelegd.
In de zomer zit er minder water in de rivier en stroomt deze tussen de zomerdijken. Koeien grazen op de uiterwaarden.
In de winter zit er meer water in de rivier en stroomt het water tussen de winterdijken. De uiterwaarden staan dan onder water. De koeien staan op stal.

Slide 26 - Slide

Ruimte voor de rivier
Vroeger probeerden wij ons tegen het water in de rivieren te beschermen door dijken aan te leggen/ te verhogen en te verbreden.
Tegenwoordig proberen we het water in de rivier meer ruimte te geven.


Slide 27 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen wat klimaatverandering met droogte en wateroverlast (= te veel water) te maken heeft; 
2. uitleggen waardoor watertekorten ontstaan;
3. op een kaart (van Nederland) aanwijzen welke gebieden sneller te maken krijgen met watertekorten en uitleggen hoe dit komt;
4. uitleggen wat een polder is;
5. de opbouw van een rivier tekenen en toelichten;
6. uitleggen wat het plan 'ruimte voor de rivier' inhoudt en waarom dit plan nodig is;
7. voorbeelden noemen van maatregelen uit het plan 'ruimte voor de rivier'

Slide 28 - Slide

Ruimte voor de rivier
Voorbeelden van oplossingen uit het plan Ruimte voor de rivier ->
1. Uiterwaarden afgraven -> er past in de winter meer water in de uiterwaarden
2. Weghalen van beplanting en bebouwing in de uiterwaarden -> er past in de winter meer water in de uiterwaarden
3. Weghalen van de kribben die de rivier op de plaats houden -> het water kan sneller wegstromen naar zee omdat het niet wordt afgeremd
4. Uitgraven van de rivierbedding -> de rivier wordt dieper en zo kan er meer water in
5. Aanleggen van een nevengeul -> het aanleggen van een 'extra rivier' naast de al bestaande
6. Verschuiven van dijken -> de uiterwaarden worden groter zodat er in de winter meer water in past

Slide 29 - Slide

Afronding
Wat heb je geleerd?
Hoe heb je meegedaan?
Huiswerk

Slide 30 - Slide

Noteer op je wisbordje:

2 dingen die je deze les geleerd hebt en leg deze 2 dingen uit.

Slide 31 - Open question

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Huiswerk
Maken paragraaf 3.5
- Paragraaf 3.5 vraag 5a, 6abc en 8abe 


Slide 33 - Slide