MHV1c MAVO - Herhaling Chap3 voca + zinnen + Gram

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Chapitre 3: Le collège bouge
Wat heb je geleerd in dit hoofdstuk?

Wij gaan de leerstof uit chap3 herhalen.
Waarom is dit belangrijk om te doen?

Hoe leer ik de woorden?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
les maths

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
le contrôle

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
vraiment

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
les affaires

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
peut-être

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
la matière

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
paresseux

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
aardig

Denk je aan het lidwoord?

Is het woord vrouwelijk of mannelijk?

Welk lidwoord staat er voor het woord?

Traduis (vertaal) en français:
ik eindig/klaar ben

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
vergeten

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
commencer

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
tekenen

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
te laat

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
maken/doen

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
iedereen

Denk je aan het lidwoord?

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): Tu as quelles ...?

1. noter
2. forte
3. matières
4. avenir

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): Il est neuf heures et ...?

1. sévère
2. demie
3. bon
4. à l'heure

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): Tu aimes la ...?

1. français
2. anglais
3. maths
4. géographie

acheter kan hier niet omdat het de volledige werkwoord is en in de zin heb je een hij-vorm nodig (achète)

- Begrijp eerst waar het omgaat

- Maak daarna de opdrachten

- Leer de regel uit jouw hoofd

1) Le verbe être
Wat is het in het Nederlands?

est

suis

sommes

sont

êtes

es

elle

nous

ils

tu

vous

je

Sleep het persoonlijk naamwoord (in het blauw) op de juiste vorm van de werkwoord être (in het rood)

het bezittelijk voornaamwoord (grammaire D)

2) Het bezittelijk voornaamwoord
Wat is dat?
Geef een voorbeeld

Wat zijn de vormen van het bezittelijk v.n.w. in het Frans?

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): le tableau

1. tableau
2. ma tableau
3. mes tableau
4. mon tableau

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): le secret

1. tes secret
2. ton secret
3. ta secret
4. secret

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): les affaires

1. ses affaires
2. ma affaires
3. mon affaires
4. affaires

classe

contrôles

prof Madame Debije

sac à dos

matières

prof monsieur Dylon

ta

mon

tes

sa

Sleep de juiste vorm van het bezittelijk v.n.w. (in het blauw) op een zelfstandig n.w. (in het rood). 

Let op: sommige kun je meerdere keren gebruiken

Les phrases-clés

Tip: Leer ze uit jouw hoofd (ook schrijven).

Let op: welk woord zou jij kunnen veranderen in de zin?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
Je suis en cinquième

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
Tu as quelles matières le mardi?

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
Quelle heure est-il?

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
Wie is je leraar Frans?

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
Is hij streng?

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
Wat is jouw lievelingsvak?

Denk je aan het lidwoord?

Controleer jouw antwoorden.

Maak aantekeningen: wat is goed gegaan? Wat vond je lastig? Wat moet je nog leren? 

Stel vragen aan de docent.

Le Bilan

Ga naar de methode online.

Zoek chap 3 / Bilan

Maak vragen 2 t/m 8

Les devoirs à la maison

Herhaal: Chap 3: 

- vocabulaire ABEF

- zinnen CG

- grammaire DH

-  (Gebruik Slim Stampen online)