quizzzzz H3 voor 2HT

De handel in Amsterdam groeit door:
A
De val van Arnhem
B
De val van Nijmegen
C
De val van Rotterdam
D
De val van Antwerpen
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De handel in Amsterdam groeit door:
A
De val van Arnhem
B
De val van Nijmegen
C
De val van Rotterdam
D
De val van Antwerpen

Slide 1 - Quiz

In Amsterdam en andere steden van de Republiek leefden
A
Alleen Protestanten
B
Protestanten en Joden
C
Protestanten, Joden en Katholieken
D
Joden en Katholieken

Slide 2 - Quiz

Amsterdam werd een stapelmarkt.
Wat is dat?
A
stapelmarkt is dat spullen werden opgeslagen en later pas doorverkocht
B
stapelmarkt is dat amsterdam spullen doorverkocht
C
stapelmarkt is dat er elke dag markt was
D
stapelmarkt is dat er veel textiel was

Slide 3 - Quiz

Wat wordt er bedoelt met 'de Amsterdamse beurs'?
A
Het gebouw waar kooplieden hun geld konden inwisselen om te handelen.
B
Het gebouw waar zeevaarders konden rusten voor een nieuwe tocht.
C
Het gebouw waar alle handelsspullen opgeslagen werden.
D
Het gebouw waar kooplieden samen komen om handel te drijven.

Slide 4 - Quiz

Wat is een aandeel?
A
Een stukje van een bedrijf
B
Een klein deel van de winst
C
Een andere naam voor de VOC
D
Een plek waar je spullen verkoopt

Slide 5 - Quiz

Wie kochten er aandelen bij de VOC?
A
Mensen van adel
B
normale arbeiders
C
Iedereen die genoeg geld had voor een aandeel

Slide 6 - Quiz

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1601
B
1602
C
1701
D
1702

Slide 7 - Quiz



Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 8 - Quiz

De groei van Amsterdam was
A
een geleidelijke verandering met weinig invloed op lange termijn
B
een snelle verandering met veel invloed op lange termijn
C
een geleidelijk verandering met weinig invloed op korte termijn
D
een snelle verandering met veel invloed op korte termijn

Slide 9 - Quiz

Wat past NIET bij de WIC?
A
1621
B
Slavenhandel
C
Monopolie
D
Specerijen

Slide 10 - Quiz

De WIC voer op
A
Indonesië
B
Suriname
C
Scandinavië
D
Amerika

Slide 11 - Quiz

Wie heeft deze route gevaren als ontdekkingsreiziger
A
Vasco da Gama
B
Columbus
C
Willem Barentz
D
Diaz

Slide 12 - Quiz

De volgorde van de driehoekshandel is...
A
Afrika - Amerika - Europa
B
Europa -Afrika - Amerika - Europa
C
Amerika - Afrika - Europa - Amerika
D
Europa - Afrika - Europa -Amerika

Slide 13 - Quiz

Bekijk hiernaast een plaatje van de driehoekshandel.

Welke compagnie hoort bij de driehoekshandel?
A
De VOC
B
De WIC

Slide 14 - Quiz

Spinoza hoort bij:
A
microscoop
B
bacterien
C
telelens
D
rationalisme

Slide 15 - Quiz

Wie vond de microscoop uit?
A
Hugo de Groot
B
Antoni van Leeuwenhoek
C
Piet Hein
D
Christiaan Huygens

Slide 16 - Quiz

Wie schilderde De Nachtwacht?
A
Rembrandt
B
IJsbrandt
C
Rem Spoor
D
Van Gogh

Slide 17 - Quiz