H2.3 - Massa en volume

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Dag allemaal! Ga volgens de plattegrond zitten.
Log in op lessonup.app en zorg dat je in de les zit.

Dag allemaal! Ga volgens de plattegrond zitten.

Log in op lessonup.app en zorg dat je in de les zit.

H2.3 - Massa en volume

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je...

• de massa  en het volume van een hoeveelheid stof bepalen;
• het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen;
  
• het volume van een voorwerp met een onregelmatige vorm bepalen. 

Herhaling vorige les

2.2.1 Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.

2.2.2 Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.

2.2.3 Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren

Massa kun je bepalen met behulp van een ...

1. Maatbeker
2. Liniaal
3. Decibelmeter
4. Weegschaal

4000 kg

800 kg

140.000 kg

Blauwe vinvis

massa in gram

m(g)

• Hoe zwaar iets is.
• Eenheid: gram (g) of kilogram (kg)
• De massa bepaal je door te wegen.

250 g = ... kg

1. 0,25 kg
2. 2,5 kg
3. 2500 kg
4. 25.000 kg

Reken deze om:

a) 250 g = …............... kg

b) 1800 g = .............… kg

c) 0,6 kg = …................ g

d) 3,25 kg = …............. g

e) 4.500 g = ….............. kg

f) 0,045 kg = ….............. g

Waar denk je aan bij volume?

volume in liter
V (L)

• Ruimte die een stof inneemt. 
• Eenheid: L of dm³ 

drie manieren om volume te bepalen

-maatcilinder

-Voorwerp opmeten (alleen rechthoekig of vierkant)
-Onderdompelmethode

Het volume

• Volume van een rechthoek:
    volume = l * b * h
• 1 L = 1 dm³

Reken deze om:

a) 250 ml ….........… l

b) 1.800 ml ….......… l

c) 0,6 l ….............… ml

d) 3,25 l …..........… ml

e) 4.500 ml ........…… l

f) 0,045 l …...........… ml

1 L = ... mL

1. 0,001
2. 0,01
3. 100
4. 1000

150 mL = ... L

1. 0,015
2. 0,150
3. 1500
4. 15000

Het volume

• 1 L =  1 dm³
  
• 1 mL = 1 cm³ 

1,5 dm³ = ... cm³ = ... mL

1. 0,015
2. 0,15
3. 150
4. 1500

Ga aan de slag

Wat? Maak H2.3 - Maak opdracht 1 t/m 10 op blz 63

Hoe? Je mag overleggen.

Klaar? Ga bezig voor een ander schoolvak