32.4 Je kunt in situaties het onderscheid tussenopbrengsten/kosten en ontvangsten/uitgaven bepalen
Mogelijke varianten met voorbeeld- opbrengsten die ook ontvangsten zijn; bv contante verkopen
- ontvangsten die géén opbrengsten zijn; bv betaling door debiteuren
- opbrengsten die géén ontvangsten zijn, bv verkopen op rekening
- kosten die ook uitgaven zijn, bv personeelskosten, marketingkosten
- kosten die géén uitgaven zijn, bv afschrijvingskosten
- uitgaven die géén kosten zijn; bv aanschaf vaste activa, aflossing lening, uitkering dividend