Zorgvragers in de gehandicaptenzorg

Zorgvragers met een verstandelijke beperking
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Zorgvragers met een verstandelijke beperking

Slide 1 - Slide

Geschiedenis in de gehandicaptenzorg

Slide 2 - Slide

Geschiedenis
 Grieks-Romeinse Oudheid: men sprak van monsters, afgeleid van het Latijnse woord ‘monere’ (vermanen, waarschuwen).
De goden zouden via een misvormd kind de mensen willen waarschuwen of vermanen.
Middeleeuwen: men sprak van zotten, idioten, dollen, gekken. dwazen. Ook kwam de naam ‘cretin’ in zwang, verwijzend naar tegen een lelijk, geestelijk en lichamelijk verkommerd kind. 

Slide 3 - Slide

20e eeuw
Twintigste eeuw: de benamingen ‘geestelijke handicap’ en ‘mentale handicap’ werden gebruikt, ter onderscheiding van lichamelijke, visuele en auditieve handicap. 
Tegen het einde van de eeuw werden deze benamingen vervangen door ‘intellectuele beperking’ of ‘verstandelijke beperking

Slide 4 - Slide

Beeldvorming

"Mensen met een verstandelijk gehandicapt zijn anders"

Slide 5 - Slide

Beeldvorming

"Mensen met een verstandelijke beperking zijn niet van deze wereld"

Slide 6 - Slide

Beeldvorming

"Mensen met een verstandelijk beperking zijn nutteloos"

Slide 7 - Slide

Beeldvorming

"Mensen met een verstandelijke beperking kunnen niet veel"

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen een stoornis, beperking en handicap?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wanneer spreken we van een stoornis?
A
Als er sprake is van een participatieprobleem
B
Als iemand niet mobiel is
C
Als iemand niet voor zichzelf kan zorgen
D
Bij verlies of afwijking van de anatomische structuur of een fysiologische afwijking

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Lichte verstandelijke beperking
Matige verstandelijke beperking
Ernstige verstandelijke beperking
Diepe verstandelijke beperking
IQ lager dan 20/25

IQ tussen de 35/40 en 50/55
IQ tussen de 50-55 en 70
IQ tussen de 20/25 en 35/40
Vergelijkbare leeftijd 1 jr en 8 mnd tot 3 jr en 6 mnd
Vergelijkbare leeftijd tussen 3,5 en 6 jr
Vergelijkbare leeftijd tussen 6 en 12 jr
Vergelijkbare leeftijd tot 1 jr.

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Video

Indelingen verstandelijke beperking
Niveaus
Timmers- Huygens
IQ

Slide 30 - Slide

Op grond van intelligentie
  • Zeer ernstig verstandelijk gehandicapt
  • Ernstig verstandelijk gehandicapt
  • Matig verstandelijk gehandicapt [ZMLK]
  • Licht verstandelijk gehandicapt [MLK, Basisschool]

Slide 31 - Slide

Niveau van functioneren
  • Zeer laag niveau
  • Laag niveau
  • Midden niveau
  • Hoog niveau

Slide 32 - Slide

Intelligentiequotiënt
  • IQ lager dan 20/25
  • IQ tussen 20/25 en 35/40
  • IQ tussen 35/40 en 50/55
  • IQ tussen 50/55 en 70

Slide 33 - Slide

Indeling Timmers – Huigens
  • Lichaamsgebonden wijze van ervaringsordening
  • Associatieve wijze van ervaringsordening
  • Structurele wijze van ervaringsordening
  • Vormgevende wijze van ervaringsordening

Slide 34 - Slide

Lichaamsgebonden ervaringsfase: 
Waarnemen door middel van je eigen lichaam [via lichamelijk contact]

Slide 35 - Slide

Associatieve ervaringsfase
Eenvoudige verbanden worden gelegd, herhaling is hierbij erg belangrijk [servet – eten]

Slide 36 - Slide

Structurerende ervaringsfase: 
Men is in staat om meer dan twee zaken met elkaar in verband te brengen, kan juiste volgorde aanbrengen.

Slide 37 - Slide

Vormgevende ervaringsfase: 
Men kan vorm geven aan eigen leven, de mens kan keuzes maken en heeft een eigen smaak.

Slide 38 - Slide

Vergelijkbare leeftijd [Noordhoff] 
  • 0 jaar – 1j 8 mnd
  • 1j 8 mnd – 3j 6 mnd
  • 3j 6 mnd – 6 jaar
  • 6 jaar – 12 jaar

Slide 39 - Slide

Samenvatting

Slide 40 - Slide