¿Qué estás haciendo? y ¿Qué vas a hacer?

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

25 ideas de hacer en casa

Leerlingen vullen hier het hele werkwoord in van hun favoriete activiteit die zij de afgelopen thuis hebben gedaan. 

bespreek de ingevulde antwoorden & feedback op schrijfwijze, vertalingen etc. 

Tot slot focus op de vraag en het werkwoord -> hacer. Komt terug in de volgende vraag

¿Qué estás haciendo? 

¿Qué has hecho?

¿Qué vas a hacer?

Voy a escribir una carta a mi abuela.

Estoy organizando mi armario 

He limpiado mis zapatos.

lln koppelen vraag aan antwoord. Nabespreken verschillende vormen van hacer

las metas

1. Je kunt antwoord geven op de vraag ¿Qué estás haciendo? en ¿Qué vas a hacer?
2. Je kunt vertellen wat iemand anders aan het doen is. 

kennis: 
- je kent de constructie Estar + gerundio

- je kent de constructie ir + a + heel werkwoord

Forma:

extra uitleg. Vooral focus op durmiendo. V3 en extra uitdaging H3 overige 

Hoe zeg je in het Spaans:
'Hij is aan het koken?'

1. Está cocinando.
2. Esta cocinando.
3. Cocina.
4. Está cocinado

¿Qué está haciendo?

1. Está tocando la guitarra
2. Está tocado la guitarra.
3. Estoy tocando la guitarra.
4. Están tocando la guitarra.

¿Qué está haciendo esta familia?

Ir + a + heel werkwoord

¿Qué vas a hacer esta noche?

Bekijk de eerste vijf minuten van de volgende video: https://www.youtube.com/watch?v=o2nzZ3XRKbk
Zet de ondertiteling aan en lees mee met de video.
Noem vijf activiteiten die Marta aan het doen is in het filmpje.
¿Qué está haciendo Marta?

Geef nu antwoord op de twee vragen:
¿Qué estás haciendo ahora?
¿Qué vas a hacer este fin de semana?